Psychotherapeuten die al een praktijk uitoefenden maar niet voldeden aan de nieuwe vereisten die sinds 1 september gelden, kunnen hun praktijk blijven voortzetten. Het beroepsverbod dat hen was opgelegd is nu ook vernietigd door het Grondwettelijk Hof omdat voor hen geen overgangsperiode werd voorzien. Tegen de wijziging toenmalige wijziging van KB 78 waren heel wat annulatieberoepen ingesteld.

Liefst 146 psychotherapeuten stapten naar het Grondwettelijk Hof. Zij mochten sinds september dus geen praktijk meer uitoefenen omdat ze geen diploma op bachelorniveau hebben, ofwel moeten ze onder het gezag van een derde persoon aan de slag. Ze voerden aan dat ze veel tijd hebben besteed aan opleidingen psychotherapie en aan supervisies. De meeste onder hen oefenen het beroep al meer dan tien jaar uit en sommigen geven opleidingen in erkende instellingen.

Ze dienden een beroep in om de artikelen die de toegang tot het beroep regelen, te schorsen. Het Grondwettelijk Hof oordeelt donderdag dat het in de wet ontbreekt aan overgangsmaatregelen die hen de mogelijkheid zouden bieden, onder bepaalde voorwaarden, hun activiteiten voort te zetten. De regering voorzag weliswaar afwijkingen, maar die volstaan volgens het Hof niet voor de psychotherapeuten die voor september al een praktijk hadden.

Het hof besloot het beroepsverbod in december al voorlopig te schorsen. Donderdag is het bewuste artikel 11 definitief vernietigd.

Autonomie

De betwiste wijziging van onder meer art. 11 bevestigt de autonomie van de klinisch psycholoog. géén reglementaire beperkingen. Niemand (de overheid noch een ziekenfonds, noch een werkgever) kan bepalen welke middelen een klinisch psycholoog dient te gebruiken voor een diagnose of voor een behandeling. Daarop bestaat evenwel één grote uitzondering, vermeld in artikel 11bis: de doorverwijsplicht.

De psychotherapeuten die voor september al een praktijk hadden, mogen die dus blijven uitoefenen. Of toch minstens "in afwachting dat de wetgever de nodige overgangsmaatregelen neemt om de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid te herstellen", aldus het hof.

En dat lijkt De Block wel van plan. Na de schorsing in december had ze haar administratie al gevraagd om te onderzoeken wat nog mogelijk is. Dat onderzoek loopt nog, bevestigt men op haar kabinet. De andere bepalingen uit de wet, zoals voor de klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen, blijven trouwens wel in voege, luidt het nog.