Provocerende titel niet? Wacht tot u de column gelezen hebt. Nadat de BBI verschillende ziekenhuizen twee jaar lang de stuipen op het lijf gejaagd heeft met monsterboetes die tot hun faillissement zouden moeten leiden blijkt nu dat die claims helemaal geen rechtsgrond hebben. Dat is althans de opmerkelijke stelling van Hubert Dubois, de voormalige hoofdredacteur van het gezagsvolle Tijdschrift voor Fiscaal Recht.[1]
Laat ons even recapituleren. Het stond niet ter discussie dat ziekenhuizen een fiche 281.50 moesten opmaken voor de centraal geïnde en vervolgens doorgestorte erelonen van ziekenhuisartsen. De discussie beperkte zich tot de vraag of die fiches wel mochten opgemaakt worden op naam van de maatschappen van die ziekenhuisartsen. Dat mag niet zegt de fiscus, iets te enthousiast gevolgd door hun grote baas, voormalig minister van financiën Van Overtveldt.[2]
Intussen is die aanslag van de fiscus wel ingetrokken, maar de ziekenhuizen hebben zich moeten engageren om de nieuwe richtlijnen na te leven. Het gaat om de richtlijnen in de niet gepubliceerde ‘gewone’ brief van de directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid, de administrateur-generaal van het RIZIV en de voorzitter van de FOD Financiën aan alle ziekenhuisdirecties. Het uitgangspunt van die brief blijft dat ziekenhuizen verplicht zijn om fiches op te maken voor de erelonen die zij doorstorten aan hun ziekenhuisartsen.
Juridisch fout
Juridisch fout, schrijft Hubert Dubois nu in zijn doorwrocht artikel. Om ficheplichtig te zijn moet er sprake zijn van een ‘uitgave’ door het ziekenhuis in de zin van artikel 49 WIB 1992, d.w.z. een ‘uitgave die gedaan of gedragen is belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden’. Wanneer een ziekenhuis de erelonen centraal int doet ze dat in naam en voor rekening van de ziekenhuisartsen. Het ziekenhuis wordt nooit eigenaar van die erelonen, ze stort ze door als ontvangen gelden voor de ziekenhuisartsen. De erelonen zijn dus op geen enkel moment een uitgave voor het ziekenhuis in de zin van artikel 49 WIB, en dus moest er nooit een fiscale fiche opgemaakt worden.
Geen ficheplicht
U leest het goed, er heeft nooit een ficheplicht bestaan, ook niet ten aanzien van ziekenhuisartsen die hun erelonen op hun rekening laten storten buiten maatschapsverband. Waarom gebeurde dat dan al die jaren wel? Wel, schrijft Dubois, dat komt omdat het KB van 6 maart 2007 op de minimumindeling van het algemene rekeningstelsel voor de ziekenhuizen bepaalt dat de centraal gëinde erelonen eerst moeten geboekt worden als ‘opbrengsten’ (rekening 709) waardoor ze, laat ons wel wezen, ten onrechte in de omzet van het ziekenhuis verschijnen.[3] De doorstorting aan de ziekenhuisartsen moet vervolgens geboekt worden als een uitgave (rekening 619). Die ‘uitgave’ staat daar te blinken en activeert dus de ficheplicht in de zin van artikel 49 WIB 1992.
Dat KB blijkt nu onwettig te zijn. Het KB staat niet enkel haaks op de werkelijke financiële positie van het ziekenhuis, waardoor tussen twee haakjes schuldeisers op het verkeerde been gezet kunnen worden, maar het is ook strijdig met de boekhoudwetgeving (geen correcte vertaling van cijfers en gedragingen) en met de Ziekenhuiswet (schending van de centrale inning).
Onwettige KB’s moeten door de rechtbanken buiten toepassing worden verklaard.[4] Hubert Dubois daagt de minister, de BBI of eender wie uit de degens met hem te kruisen in de kolommen van het Fiscaal Tijdschrift. Dat mag ook in de kolommen van De Specialist. Bij deze sta ik de ruimte van mijn column af voor een reactie van de minister.
Filip Dewallens
[1] H. Dubois, “Moet een ziekenhuis fiches opmaken voor de erelonen van zelfstandig werkende artsen?”, Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2018, nr. 551, 977. Zie ook de overname in X, “Moet ziekenhuis fiches opmaken voor erelonen zelfstandige artsen?”, Fiscoloog, 1591, 12 december 2018, 12-13.
[2] Antwoord van de minister op de mondelinge vraag. nr. 18902 van Luk Van Biesen, 28 juni 2017, Criv 54 Com 697, p. 27.
[3] Dat moet wel enigszins genuanceerd worden voor die ziekenhuizen die de erelonen niet in naam en voor rekening van de ziekenhuisartsen innen, maar op basis van het reglement van de centrale inning, in eigen naam. Dan is die boeking wel correct en conform met de realiteit. Maar enkel dan natuurlijk.
[4] Op grond van de exceptie van onwettigheid (art. 159 Grondwet)