“Alle medische vakgebieden zijn er enorm op vooruitgegaan”, zegt de psychiater naast mij aan tafel bij de viering van 45 jaar arts-afgestudeerden, “maar mijn vakgebied, de psychiatrie, blijft maar ter plaatse ronddribbelen. Geesteszieken worden op één hoop gegooid, de familie van de patiënt staat vaak in de kou, zogezegd om privacyredenen, terwijl ze toch vaak onschatbare informatie kan aanbrengen voor de therapie.
De omgeving is meestal evenmin stimulerend voor een vlot herstel. Wat bracht de Staten-Generaal Geestelijke Gezondheidszorg ons dan bij?”
“Tja”, is de mogelijke repliek, ”de therapie stagneert zoals de aftandse psychiatrische omgeving met isoleercellen en tralies in vorige eeuwen.” “Neem nu Wim,” zeg ik, “een naast familielid, een adolescent die na een gebroken relatie weer aan de wiet raakt, ontsnappingsmechanisme dat hij lang tevoren op internaat leerde maar waar hij nadien van was ‘afgekickt’. Hij wordt in zware psychose opgenomen: buren horen hem immers raaskallen terwijl hij voorwerpen het raam uitgooit.”
“Een verblijf in de isoleercel”, vervolg ik, “en dan een verwijzing naar een ander centrum. Na twee weken zit hij terug alleen op zijn stek en zinkt weer weg. Waarna alles van voren af aan herbegint: dit keer een langere opname. Hij slikt gewillig zijn medicatie en komt terug vrij , vrij van psychose. Tot hij in de donkere wintermaanden hervalt. Daarop belandt hij in een gesloten afdeling. Door injecties met langwerkende antipsychotica – een monsterdosis waarbij zelfs diegene die ze moet toedienen vragen stelt - raakt hij weer aan de beterhand. Hij vindt zelfs een job, maar bij de volgende jaarwende hervalt hij in een psychose.”
“Betreft het een dubbeldiagnose van psychose en verslaving?” vraagt de psychiater. “We hebben er het raden naar als familie. Angsten en obsessief gedrag zijn vaak gelinkt, wat mogelijk tot dwangmatig middelengebuik leidt.”
“Feit is dat vele geesteszieken op één hoop gegooid worden, praktisch dezelfde behandeling krijgen onder zelfde medicatie antipsychotica en daar dan nog 2 of méér diazepam 10mg erbovenop krijgen en biperideen om de spastische bijwerkingen tegen te gaan”, weet de psychiater. “Jongemannen merken zaadloze orgasmen op als bijwerking, of priapisme, en staken dan de therapie.”
Ik knik. “De omgeving in die centra is zelfs de voedingsbodem voor een negatieve spiraal”, Elke opname leert Wim een verslaving bij. De herstelincidentie ligt ronduit laag in alle wetenschappelijke follow-upstudies. Eerst wiet, dan drank met liters, dan zelfs butaangas snuiven om zo de analyses in bloed en urine te omzeilen”, hoorde ik van de ouders.
“Zo gauw hij naar een open afdeling gaat, loopt hij vrij buiten en tegenover elke ingang van de psychiatrische kliniek is er wel een nachtwinkel die de patiënt op zijn wenken bedient.
De ouders van Wim hebben sinds de lente van dit jaar nooit de behandelende arts mogen zien. Wim weigerde elk contact met hen en wilde hen niet op bezoek, en wegens die gespannen relatie werden ze evenmin verwittigd dat hij terug naar zijn flat mocht gaan slapen na drie maanden hospitalisatie. Drie weken later werd hij totaal verwaarloosd terug opgenomen.”
De casus van Wim wekt vele vragen op.
Is er dan geen beter zorgpad? Is dit de ideale therapie en het ideale kader begin derde millennium? Nooit werd de ouders een ad hoc diagnose of prognose meegedeeld. Bij kanker, leukemie of een hartinfarct wordt de familie met liefde omringd en mag men alle vragen stellen over de geliefde. Natuurlijk met diens ‘consent’. Waarom wordt een geestesziekte nu voor de naasten anders benaderd?
Logisch dat een geesteszieke niet graag heeft dat men op de hoogte is van zijn zieke brein. Maar schaamte en schuld gaan gepaard met een gebrek aan inzicht in het eigen ziektebeeld. Waarom nog steeds geen betere therapie, aangepast aan elk individu? Cognitieve gedragstherapie op maat? Betere begeleiding na ontslag uit de instelling?
Waarom ook zo harteloos elk contact met de familie weigeren, zogenaamd om de privacywetgeving? Ouders en naasten worden maanden in het totale ongewisse gelaten. Toch kan familie ook onschatbare informatie, heilzaam voor de therapie, aanbrengen.
“Het doet me denken aan Brenda Froyen”, merk ik op. “Die schrijft in haar boek ‘Kortsluiting in mijn hoofd’: “Ik ben uiteindelijk genezen, ondanks de psychiatrie.”
“Terug naar vandaag: wat heeft de Staten-Generaal voor Geestelijke Gezondheidszorg van maart 2019 in concreto ad hoc bijgebracht? Waarom de familie buitenspel zetten? Vragen waarop ik nog steeds geen antwoord heb.”
De auteur is arts. Het verhaal is waar gebeurd. Naam bekend bij de redactie, alle namen zijn geanonimiseerd.