Zelfs minieme concentraties antibiotica in bijvoorbeeld vlees of vis kunnen bijdragen tot een resistentie tegen het geneesmiddel. Dat blijkt woensdag uit nieuw onderzoek van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen. "Antibioticarichtlijnen voor voeding onderschatten mogelijk het risico op resistentie", klinkt het.
Onderzoekers van het ITG hebben experimenten uitgevoerd met larven en ontdekten dat zelfs een tiende van de 'veilige' hoeveelheid antibiotica al resistentie kan opwekken. Infecties kunnen op die manier volledig onbehandelbaar worden. Momenteel wordt het onderzoek uitgebreid naar muizen en mensen.
Eerder ontdekten de onderzoekers reeds antibioticaresistente bacteriën in de mond van Belgische proefpersonen die al decennia geen antibiotica hadden gebruikt. Zo ontstond de bezorgdheid dat zelfs een kleine hoeveelheid antibiotica in voedsel tot resistentie kan leiden.
"Het is met name alarmerend voor bacteriën die gekend staan om ernstige infecties te veroorzaken, zoals longontstekingen", zegt ITG-professor Chris Kenyon. "Die bacteriën worden steeds resistenter tegen een behandeling met antibiotica."
De onderzoekers willen nu kijken of de aanvaardbare doses antibiotica resistentie veroorzaken bij muizen en mensen, vergelijkbaar met de larven. "Als dit het geval is, stel je dan eens voor wat het effect is van de wereldwijde consumptie van deze doses gedurende een mensenleven", besluit Kenyon.
De vraag blijft of de huidige normen voor het gebruik van antibiotica in de voedselproductie nog relevant zijn. Het team rond Kenyon vraagt alvast om een herevaluatie om de toename van onbehandelbare bacteriestammen te voorkomen.
Laatste reacties
Dirk Van Renterghem
28 juni 2024Dit is natuurlijk niet verwonderlijk; op zich zijn vooral subliminale doseringen in staat om de mechanismen die tot resistentie leiden vooruit te helpen.
Toename van resistentie wordt al langer deels aan gebruik in de veeteelt toegeschreven, hetgeen samen met het humane probleem tot het inzicht geleid heeft dat een One Health benadering noodzakelijk is: voorzichtig omgaan met antibiotica zowel humaan als veterinair. Ondermeer door het gebruik van antibiotica als groeistimulatoren flink te beperken.
Antibiotica komen wijdverbreid in de omgeving voor, bvb in rivierwater. In de buurt van stallen (kippen, varkens, runderen) is dat in de omgeving nog meer uitgesproken, ook in stof bvb, en zo stelde Nederlands onderzoek (het taboe op onderzoek daar is kleiner dan in Vlaanderen) buurt van stallen ook méér pneumonieën vast, wellicht door toegenomen virulentie en wijziging van het microbioom van omwonenden in een straal van 1 km… Rond varkensstallen hangen dan weer resistente stafylococcen. Resistente kiemen delen daarnaast ook makkelijk hun plasmiden rond.
Gebruikscijfers veterinair worden doorgaans in ‘totale’ gewichtseenheid uitgedrukt, maar becijferen in dagdoses per biomassa dier is belangrijker – 1 gram ampicilline is niet hetzelfde als 1 gram ofloxacine… Die cijfers zijn niet vlot toegankelijk…
Naast broeikasgasemissie, stikstofemissie, geurhinder, afhankelijkheid van import van soya, landbouwgrondgebruik, dierenwelzijn, gezondheidsrisicos van dierlijk vet en rood vlees… problematiseert dat de veeteelt.