"De federale regering veegt de spons over de Franstalige wetsovertredingen van het verleden en voor de toekomst hanteert men een zo mogelijk nog meer onrechtvaardige verdeling." Dat zegt Vlaams Onderwijsminister Ben Weyts over het akkoord tussen de federale regering en de Franse gemeenschap.
De federale regering en de Franse gemeenschap hebben na 25 jaar communautair gehakketak een akkoord bereikt over de artsenquota. Die bepalen hoeveel artsen en tandartsen elk jaar kunnen afstuderen, maar Franstalig België lapte die federale beperkingen jarenlang aan de laars. Vanaf het academiejaar 2023-2024 organiseert de Franse Gemeenschap net als Vlaanderen een ingangsexamen met numerus clausus. In ruil daarvoor laat minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) een drei gement om federaal erkenningsattesten uit te delen aan aspirant-artsen vallen, al houdt hij dat wel nog als een stok achter de deur. Bovendien worden alle overtallen van de voorbije jaren - voor het merendeel uit Franstalig België maar de laatste jaren ook uit Vlaanderen - aanvaard: alle huidige en toekomstige studenten geneeskunde krijgen de garantie dat ze toegang krijgen tot het beroep en tot een Riziv-nummer.
De Vlaamse regering, waar N-VA de grootste partij is, stapt vooralsnog niet mee in het akkoord. Vlaanderen wil eerst de garantie dat de Franse gemeenschap effectief doet wat ze belooft.
"De Vlaamse Regering gaat uit van het eenvoudige principe van rechtvaardigheid", reageert Weyts. "Namelijk: wanneer het aantal artsen beperkt moet worden om de kosten voor de federale overheid te beperken, dan moet dat gebeuren op grond van een rechtvaardige verdeling. Wat momenteel voorligt beantwoordt daar heus niet aan."