"Als men spreekt over een centrumrechtse coalitie heeft Vooruit daar geen plaats in." Dat zegt Vooruit-kopstuk Conner Rousseau donderdag in een reactie op de nota die Bart De Wever (N-VA) woensdag voorlegde aan de koning.
De Wever kreeg woensdag van de koning de opdracht om twee weken verder te werken aan de vorming van een federale regering, deze keer als preformateur.
Het federale team van Vooruit heeft echter nog maar één keer met de N-VA'er kunnen praten en zegt nog niet 'ja' tegen een samenwerking. Volgens Rousseau is er vooreerst een nieuwe naam voor het project nodig, want in 'centrumrechts' ziet hij de socialisten niet passen.
In de nota die De Wever woensdag presenteerde aan de koning staan al veel accenten van de rechtse partijen, maar de punten die Vooruit belangrijk vindt, blijven vaag geformuleerd, vindt hij. Zo moet er meer duidelijkheid komen over een bijdrage van de grootste vermogens.
Dat geldt ook voor gezondheidszorg. De financiering ligt niet alleen de Vlaamse socialisten na aan het hart, maar ook Les Engagés en CD&V. De nota van De Wever voorziet in een groei hoger dan de index, maar zonder meer details. Voor de verdedigers van een robuust budget voor gezondheidszorg, mag de tekst wat duidelijker om de sector te vrijwaren, op een moment dat Europa strikt toeziet op de Belgische begrotingscijfers.
"We moeten duidelijk kunnen zeggen wat de ambitie is van de regering. Er staan nog zoveel mensen op de wachtlijsten, het personeel heeft het zo zwaar. We moeten de ambitie durven uitspreken dat we dat willen verbeteren", stelde Rousseau. Zolang de tekst op dat vlak niet beter afgebakend is, zal het moeilijk worden om over de rest te praten, luidt het elders binnen Arizona - zoals de mogelijke coalitie van N-VA, Vooruit, CD&V, MR en Les Engagés ook wordt genoemd.
Het is afwachten of en wanneer de preformateur nieuwe vergaderingen belegt met de potentiële partners - eventueel met meer dan één partij rond de tafel. De koning verwacht op 10 juli een rapport van De Wever. Volgens een bron zou er tegen dan minstens een akkoord moeten zijn om werkgroepen van start te laten gaan.