De PS en Open VLD sluiten een hernieuwde samenwerking in de volgende federale regering niet uit. Maar de vraag wie er dan premier moet worden, blijft in de lucht hangen. PS-voorzitter Paul Magnette garandeert dat hij verantwoordelijkheid wil opnemen als de socialistische familie de grootste wordt en huidig premier Alexander De Croo maakt zich sterk dat hij heeft bewezen dat hij mensen kan samenbrengen.

"We hebben goed werk geleverd: ik ben trots op wat de socialisten in deze regering bereikt hebben", zo zei Magnette tijdens het debat met premier De Croo op RTL-TVi . "Ik wil doorgaan, maar niet gewoon voor mijn plezier, maar om de lonen te verbeteren en om te blijven investeren in cruciale zaken zoals volksgezondheid en veiligheid". 

De Croo van zijn kant zegt bereid te zijn om "samen te werken met mensen die de juiste prioriteiten hebben". Volgens hem zijn er drie prioriteiten: meer mensen aan het werk krijgen, de overheidsfinanciën op orde brengen en investeren in veiligheid en defensie. Hij voegde er ook aan toe dat hij niet van plan is om "zich in een kasteel op te sluiten om te onderhandelen over institutionele hervormingen die niets opleveren". 

Toen de Vivaldi-regering in oktober 2020 werd gevormd, sleepte De Croo de post van eerste minister in de wacht. Er werd daarover een akkoord gevonden met PS-kopman Magnette, ook al was de PS de grootste partij van de coalitie. Maar op dat moment had België drie opeenvolgende Franstalige regeringsleiders gehad. 

Wie wordt de premier van een eventuele Vivaldi II-regering? "Het gaat niet om de personen. Ik heb respect voor de persoonlijke en politieke kwaliteiten van Alexander De Croo. Toen we die beslissing samen hebben genomen, hadden de twee formaties een gelijkaardig gewicht (de socialistische familie telde 29 zetels en de liberale familie 26, red.) Als morgen meer burgers stemmen voor betere lonen, meer investeringen in gezondheid, meer investeringen in veiligheid en als de socialistische familie de grootste wordt, ben ik bereid mijn verantwoordelijkheid op te nemen", aldus Magnette. 

"De echte vraag is waar we naartoe willen met ons land? Ik geloof in dit land. In Vlaanderen zijn er mensen die aan problemen denken als ze naar Wallonië of Brussel kijken. Ik zie ongelooflijke mogelijkheden (...) Dat is de echte keuze: zijn we op 10 juni nog in staat om samen te werken aan de versterking van ons land? Ik heb laten zien dat ik in staat ben om mensen samen te brengen. Om dat te doen, moeten we met oplossingen komen die aan beide kanten van het land gehoord kunnen worden", aldus De Croo. 

Inhoudelijk verschilden de twee kopstukken op een aantal vlakken van mening, onder meer op het gebied van fiscaliteit en werk.