Uiterlijk vandaag moest de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) zich uitspreken over de haalbaarheid van de fusie tussen GZA-ZNA. De BMA hield de spanning erin want al sinds vorige vrijdag zat het dossier in de laatste rechte lijn, zo vernam de redactie. Zoals we eerder al aangaven, ligt het fusieplafond in principe op 900 miljoen omzet (gecombineerd). Maar er was een afwijking mogelijk voor ziekenhuizen na voorafgaand 'onderzoek', en die werd toegestaan.
Hoogspanning in GZA-ZNA dat al een tijdje wil vervellen naar het fusieziekenhuis ZAS (Ziekenhuis aan de Stroom). Zo zou het meteen het grootste Belgische ziekenhuis worden.
Twee klippen doemden op het allerlaatste moment op, wat de ziekenhuizen tot uitstel noopte. Enerzijds het akkoord van de beide medische raden, anderzijds de toelating van de BMA. De eerste klip werd op het nippertje omzeild na een onverkwikkelijke historie met de radiologen die wellicht nog een staartje krijgt.
Nu was de BMA aan zet en ze zette het licht voorwaardelijk op groen.
De BMA heeft naar eigen zeggen een specifieke analysemethode voor concentratietoezicht in de ziekenhuissector. "Bij de beoordeling werd rekening gehouden met het feit dat het grootste deel van de activiteiten reeds aan regulering onderworpen zijn", aldus de BMA. "Een aantal aspecten blijven echter niet gereguleerd en zijn onderhevig aan marktwerking en concurrentie."
Prijsbeleid
Terwijl er voor de kwaliteit en de toegankelijkheid tot zorg geen ernstige twijfels werden geuit, leidde het onderzoek wel tot de conclusie dat er ernstige twijfels bestonden omtrent de toelaatbaarheid van de transactie voor wat sommige prijzen betreft. "Meer bepaald volgde uit de analyse dat de fusie risico's zou inhouden voor een vermindering van de concurrentie doordat de transactie zou kunnen leiden tot hogere maximale niveaus van ereloon- en kamersupplementen."
Er werd met andere woorden een verhoogd risico tot mogelijke - stilzwijgende - coördinatie vastgesteld voor wat betreft de ereloon- en kamersupplementen tussen de ziekenhuizen in de regio Antwerpen. De focus lag volgens de BMA op "prijzen die niet onderhevig zijn aan regulering (met name de ereloonsupplementen - zowel op de markt voor hospitalisaties als op de markt voor gespecialiseerde ambulante zorg - en de supplementen voor éénpersoonskamers."
Op die punten zou de fusie risico’s inhouden voor een vermindering van de concurrentie doordat de transactie zou kunnen leiden tot hogere (maximale) niveaus van ereloon- en kamersupplementen. Er werd ook een verhoogd risico tot mogelijke (stilzwijgende) coördinatie vastgesteld voor deze ereloon- en kamersupplementen tussen de voornaamste ziekenhuizen in de regio Antwerpen.
"De ernstige twijfels van de BMA werden aan ZNA en GZA ter kennis gebracht die daarop verbintenissen hebben aangeboden om de waarschijnlijke mededingingsbeperkende effecten van hun concentratie te remediëren", besluit de BMA. "Uiteindelijk werden de verbintenissen door de BMA als voldoende geacht om de mededingingsbezwaren weg te nemen."
Blijvende controle
"De verbintenissen hebben als doel ervoor te zorgen dat ZAS (Ziekenhuis aan de Stroom, red.) de nodige stimulansen behoudt om patiënten de best mogelijke zorgdiensten tegen de best mogelijke voorwaarden te blijven vrijwaren", luidt het nog. "Deze omvatten waarborgen omtrent de toekomstige (maximale) niveaus van ereloon- en kamersupplementen, alsook een algemene garantie vanwege ZNA en GZA om de autonomie van ZAS ten aanzien van de andere ziekenhuizen. De duurtijd van de verbintenissen werd vastgelegd op drie en vijf jaar, naargelang de verbintenis. Een jaarlijks verslag laat de BMA toe om toezicht te houden op de naleving van de verbintenissen en de effecten van de concentratie."