Vandaag worden de toekomstige uitgaven voor geneesmiddelen vooral voorspeld op basis van uitgaven en trends uit het verleden. Dit volstaat echter niet om de impact van dure, opkomende geneesmiddelen, zoals cel- en gentherapieën, in te schatten. Om ze te identificeren en het systeem voor te bereiden op hun komst, moet de farmaceutische pijplijn systematisch worden gemonitord. Deze methode wordt ‘horizon scanning’ genoemd. Het KCE formuleert aanbevelingen.
Dit jaar bedraagt het budget voor terugbetaalde geneesmiddelen meer dan 6 miljard, of ongeveer 15% van de totale federale uitgaven voor gezondheidszorg. De bruto uitgaven voor geneesmiddelen stegen in 2017-2021 jaarlijks met 5 tot 7% , en in de ziekenhuizen zelfs 7 tot 17%. Vooral nieuwe, dure behandelingen, zoals antivirale, anti-inflammatoire en kankergeneesmiddelen, zijn hiervan de oorzaak.
Kankergeneesmiddelen alleen al kostten in 2021 meer dan 1,4 miljard, dus ongeveer een kwart van het totale bruto geneesmiddelenbudget. In 2024-2025 zullen er naar schatting 246 nieuwe geneesmiddelen en 189 uitbreidingen van indicaties op de markt komen. Dit alles zorgt voor een steeds toenemende druk op het gezondheidszorgbudget.
Projecties
Om de geneesmiddelenuitgaven te voorspellen in het kader van een budgetopmaak, voert het Riziv in ons land jaarlijks kortetermijnprojecties uit, voornamelijk op basis van gegevens en trends over het geneesmiddelengebruik van de voorbije jaren en ingediende aanvragen tot terugbetaling. Ook het Federaal Planbureau voorspelt de gezondheidsuitgaven op basis van trends uit het verleden, maar dan op de lange termijn, tot tien jaar. Met deze aanpak gaat men ervan uit dat de bestaande trends zich ook in de toekomst zullen verderzetten.
Horizon scanning
Het budget voor de terugbetaling van nieuwe, dure geneesmiddelen, zoals cel- en gentherapieën, kan echter niet worden voorspeld met historische gegevens. Om ze te identificeren en het systeem voor te bereiden op hun komst, moet de farmaceutische pijplijn systematisch worden gemonitord.
Deze ‘horizon scanning’ gebeurt wel al op Europees niveau, met initiatieven zoals het International Horizon Scanning Initiative, waarbij ook België is betrokken. Op nationaal niveau wordt er echter nog niet aan horizon scanning gedaan. Een vertaling van deze informatie naar het nationaal niveau is noodzakelijk om de impact van nieuwe geneesmiddelen op het nationale budget te voorspellen. Daarom vroeg het Riziv aan het KCE om aanbevelingen te formuleren voor het voorspellen van de uitgaven voor geneesmiddelen, rekening houdend met de resultaten van horizon scanning.
Het KCE analyseerde de huidige Belgische situatie en bestudeerde de wetenschappelijke literatuur. Daarnaast vergeleek het drie horizon scanning systemen (uit Nederland, Schotland en de VS) en raadpleegde experten uit binnen- en buitenland. De aanbevelingen die hieruit voortkwamen, testte het KCE aan de hand van een pilootstudie, waarbij het de uitgaven voor geneesmiddelen tegen borstkanker voorspelde.
Combinatie van projecties
Volgens het KCE worden de huidige projecties op basis van historische data best gecombineerd met voorspellingen door een nationaal systeem voor horizon scanning. Zo kan het geneesmiddelenbeleid voor de komende twee tot drie jaar worden voorbereid. Het binnen het Riziv op te richten horizon scanning team kan mogelijk disruptieve, nieuwe, dure geneesmiddelen identificeren die mogelijks in Europa op de markt zullen komen. Zo kan het de budgettaire druk voorspellen en de beleidsmakers hierover tijdig waarschuwen.
Horizon scanning laat ook toe om evaluaties van de veiligheid, effectiviteit en eventueel kosteneffectiviteit van geneesmiddelen tijdig te plannen en om de besluitvorming qua terugbetaling ervan en de prijsonderhandelingen met de farmaceutische firma’s goed voor te bereiden.
Snellere en vlottere toegang tot gegevens
De accuraatheid van de projecties is erg afhankelijk van de gebruikte gegevens. Een up-to-date kennis over het nationale geneesmiddelengebruik is daarom cruciaal. Vandaag duurt het (vele) maanden voordat gegevens over de geneesmiddelenuitgaven beschikbaar zijn. Het KCE verwijst naar Zweden, waar deze uitgaven reeds na twee weken gekend zijn. Verder zouden data over geneesmiddelengebruik per terugbetaalde indicatie de voorspellingen kunnen verbeteren. Wetgeving om relevante informatiebronnen snel en gemakkelijk toegankelijk te maken, is aangewezen.
Verder kon het KCE in zijn pilootstudie de netto uitgaven (dus na prijskorting door de fabrikant) niet inschatten, omwille van de confidentialiteit van deze kortingen. Voor een transparante projectie zouden deze vertrouwelijke contracten slechts uitzonderlijk moeten worden afgesloten.
Jaarlijks opvolging van de kwaliteit
Het KCE pleit ervoor om de accuraatheid van de projecties jaarlijks te evalueren, door ze te vergelijken met de werkelijke uitgaven en de gemaakte fouten in kaart te brengen. Zo kan de kwaliteit van de voorspellingen continu verbeterd worden.
Rapport en/of de synthese KCE Reports 381AS