Er is 66 procent kans dat de jaarlijkse gemiddelde klimaatopwarming tussen 2023 en 2027 minstens één keer boven de 1,5 graad Celsius uitkomt, de grens die werd vooropgesteld in het Klimaatakkoord van Parijs. Dat meldt de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). Bovendien is er ook 98 procent kans dat een van de komende vijf jaar - en de volledige periode in het algemeen - als de warmste ooit geregistreerd zullen zijn.
Het gaat voor alle duidelijkheid (nog) niet over een permanente opwarming van 1,5 graden Celsius. Daarvoor dient het jaargemiddelde langere tijd boven de 1,5 graden Celsius uit te komen.
Desalniettemin waarschuwt WMO-secretaris-generaal Petteri Taalas dat de grens van 1,5 graden Celsius "alsmaar vaker" zal worden doorbroken op een tijdelijke basis
Het weerfenomeen El Niño, dat volgens de WMO de komende maanden opnieuw tot ontwikkeling komt, versterkt de door de mens veroorzaakte klimaatopwarming. Dat leidt tot een verdere opwarming van het aardoppervlak. "Dat zal verstrekkende gevolgen hebben voor de gezondheid, voedselveiligheid, waterbeheer en het milieu", stelt Taalas.
El Niño is verantwoordelijk voor een periodieke opwarming van het oceaanwater, waardoor de aarde opwarmt, en doet zich gemiddeld om de twee à zeven jaar voor, voor een gemiddelde periode van negen à twaalf maanden. Het fenomeen zorgt doorgaans in bepaalde delen van Zuid-Amerika, het zuiden van de Verenigde Staten, de Hoorn van Afrika en in Centraal-Azië voor meer regen, en in Australië, Indonesië en bepaalde delen van Zuid-Azië voor extreme droogte. De impact van El Nino op het kwik laat zich doorgaans pas voelen in het jaar dat volgt op het ontstaan van het fenomeen, in dit geval dus 2024. De afgelopen jaren hadden we te maken met La Niña, dat een afkoelende werking had.