Een op de vijf kinderen wereldwijd leeft in gebieden waar het aantal extreem hete dagen per jaar is verdubbeld ten opzichte van zestig jaar geleden. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van UNICEF, het kinderfonds van de Verenigde Naties (VN). "De heetste zomerdagen lijken nu normaal", zegt UNICEF-directeur Catherine Russell. "Extreme hitte neemt toe en verstoort de gezondheid, het welzijn en de dagelijkse routines van kinderen."
Uit de analyse blijkt dat extreme hitte wereldwijd toeneemt, met kinderen die hevigere, langere en frequentere hittegolven ervaren. Bijna een half miljard kinderen ervaart wereldwijd dubbel zoveel dagen met temperaturen boven de 35 graden Celsius als zestig jaar geleden. In West- en Centraal-Afrika hebben kinderen het vaakst te maken met extreem hete dagen. Daar worden 123 miljoen kinderen jaarlijks minstens 95 dagen blootgesteld aan dergelijke extreme temperaturen. In Mali loopt dat bijvoorbeeld op tot 212 dagen per jaar.
Warmtestress door extreme hitte vormt een ernstige bedreiging voor de gezondheid en het welzijn van kinderen en zwangere vrouwen. Het wordt gelinkt aan zwangerschapscomplicaties, chronische ziektes en complicaties bij de geboorte.
Overmatige warmtestress draagt daarnaast ook bij aan ondervoeding, hittegerelateerde ziekten en maakt kinderen vatbaarder voor infecties als malaria en dengue. Het heeft ook negatieve effecten op hersenontwikkeling, mentale gezondheid en het algemeen welzijn.
"De klimaatcrisis is in de eerste plaats een kinderrechtencrisis. Kinderen zijn bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van extreme hitte. Hun lichamen warmen sneller op en koelen trager af. Vooral baby's lopen risico's door hun hogere hartslag en lagere weerstand. Maar kinderen worden ook onrechtstreeks getroffen door de impact van hittegolven op onderwijs en ontheemding bijvoorbeeld. Klimaatbeleid moet daarom de belangen van kinderen centraal stellen en ongelijkheden verminderen", zegt Philippe Henon, woordvoerder van UNICEF België.