Vlaamse jongeren geven aan meer te maken te krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een op de drie meisjes tussen 11 en 18 jaar gaf in 2022 aan dat ze minstens één keer ongewenst seksueel is aangeraakt. Dat blijkt uit de grote vierjaarlijkse HSBC-studie bij 20.000 jongeren. De studie toont ook een opvallende daling in het gebruik van het condoom en de anticonceptiepil.
Net als bij de vorige bevraging in 2018 geeft 1 op de 5 jongeren (22,2 procent) aan geslachtsgemeenschap te hebben gehad. Het aantal jongeren dat seksueel actief is, neemt zoals verwacht toe naarmate de leeftijd stijgt. Zo is 42,5 procent van de groep 17-18-jarigen seksueel actief, terwijl dat bij de groep 13-14-jarigen op 4 procent ligt.
In het gebruik van anticonceptiemiddelen ziet de studie wél opmerkelijke verschillen. "Zo gebruikten minder jongeren een condoom tijdens het eerste seksueel contact: een daling van 72,4 procent in 2018 naar 64,3 procent in 2022", zegt hoofdonderzoeker Maxim Dierckens. "Ook het gebruik van de anticonceptiepil daalde. In 2022 gaf 61,9 procent van de jongeren aan de anticonceptiepil te gebruiken, terwijl dat in 2018 nog 67,5 procent bedroeg."
Volgens Boris Cruyssaert, woordvoerder van Sensoa, kan de daling in het condoomgebruik en het gebruik van de pil mogelijk "te wijten zijn aan een stijging van het gebruik van andere anticonceptiemiddelen". Maar omdat het gebruik van andere anticonceptiemiddelen in het onderzoek niet gemeten is, is het moeilijk te bepalen wat er meespeelt.
Nog een opvallende evolutie is de rapportage rond grensoverschrijdend gedrag. Het aandeel jongeren dat in 2022 minstens één of meerdere keren op een ongewenst seksuele manier werd aangeraakt, bedroeg 26,3 procent, een opmerkelijke stijging tegenover de 18,9 procent in 2018. Het aandeel jongeren dat aangaf verplichte seksuele aanrakingen (één keer of meer) te moeten doen, steeg van 6,9 procent in 2018 naar 10,9 procent in 2022.
Of er ook effectief sprake is van een toename van het aantal gevallen van grensoverschrijdend gedrag, is moeilijk te zeggen. Volgens Sensoa-woordvoerder Cruyssaert kan de "verhoogde bespreekbaarheid" van grensoverschrijdend gedrag de voorbije jaren wel een rol spelen.
Volgens minister van Welzijn Hilde Crevits moeten we "waakzaam" blijven. "Maar de grotere bereidheid om dit te bespreken is belangrijk zodat jongeren ook de stap durven te zetten om het te melden", aldus minister Crevits.
In de bevraging werd ook voor het eerst gepeild naar de genderidentiteit en de seksuele aantrekking van de jongeren. Een klein aandeel (2,9 procent) van de jongeren werd geïdentificeerd als genderdivers. De meerderheid van de jongeren (88,2 procent) was heteroseksueel, 7,7 procent was holebi en 4,2 procent voelde zich nog tot niemand aangetrokken.