Het VBS vraagt uitdrukkelijk dat de gewerkte uren correct worden geregistreerd. Dat moet makkelijker kunnen met een informaticasysteem. Het VBS eist een effectieve onafhankelijke controle van de arbeidstijd van de ASO’s in de zorginstellingen. In geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid moet een inkomensgarantie voorzien worden. De kwaliteit van de opleiding dient gewaarborgd te worden.
De afgelopen maanden zijn de werkzaamheden van de NPCAZ in een stroomversnelling geraakt, maar ze hebben nog niet tot een definitief resultaat geleid. Het VBS betreurt deze situatie en wenst een degelijk, rechtvaardig en billijk contract voor de ASO’s.
Arbeidsduur
Het VBS staat achter de naleving van de wet op de arbeidsduur van 12 december 2010. Deze wet bepaalt dat er per week niet langer dan gemiddeld 48 uur mag worden gewerkt over een referentieperiode van 13 weken. In deze 48-urige werkweek is 4 uur voorbehouden voor wetenschappelijk werk.
In het kader van de opting-out-regeling mag de arbeidstijd, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, het absolute maximum van 60 uur per werkweek niet overschrijden. De ASO heeft recht op 20 vakantiedagen per jaar. Het spreekt voor zich dat de werkuren en de wachtdiensten correct worden vergoed.
Het VBS vraagt uitdrukkelijk dat de gewerkte uren worden geregistreerd. Deze registratie moet overeenstemmen met de werkelijkheid. Het gebruik van een informaticasysteem moet dit mogelijk maken en het toezicht vergemakkelijken. Het VBS eist een effectieve onafhankelijke controle van de arbeidstijd van de ASO’s in de zorginstellingen. In geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid moet een inkomensgarantie voorzien worden.
Opleidingsdoelstellingen
Anderzijds is het VBS er ook bezorgd over dat de kwaliteit van de opleiding verzekerd blijft. Het VBS stelt voor dat er wordt gewerkt met opleidingsdoelstellingen. Volgens het ministerieel besluit (MB) van 23 april 2014, gewijzigd door het MB van 6 oktober 2017, moet het stageplan door de coördinerende stagemeester en de ASO worden vastgelegd op basis van de opleidingsdoelstellingen.
Deze doelstellingen moeten worden bereikt in UZ's en niet-UZ's, om een volledige opleiding mogelijk te maken die de ASO aan het eind van de opleiding in staat stelt een autonome praktijk uit te oefenen. Zowel de organisatorische als de financiële gevolgen voor de ziekenhuizen en de stagemeesters die daaruit voortvloeien, moeten tegelijkertijd opgelost worden, zodat de kwaliteit van de opleiding en de kwaliteit van de zorg voor de patiënt er niet onder lijden.
Het huidige systeem handhaven werkt demotiverend bij sommige ASO’s. De uitoefening van de specialistische geneeskunde veronderstelt dat men rekening houdt met de evolutie van de samenleving en de geneeskundige praktijk. Het VBS vraagt respect voor de ASO’s en wil een opleiding die hen in staat stelt een gelukkig professioneel leven te leiden.
De tijd die nodig is om de opleidingsdoelstellingen te realiseren moet overeenstemmen met de duur van de opleiding. In verschillende buurlanden blijkt een kwaliteitsvolle opleiding met behoud van een evenwichtige combinatie van privéleven en werken mogelijk. Het VBS steunt de redelijke eisen van de ASO’s. Niet voor niets luidt de visie van het VBS: “Een gelukkige arts zorgt voor gelukkige patiënten”.
Achter dit standpunt schaart zich het uitvoerend bestuur van het VBS: de dokters Demeere, Claeys, Stroobants, Mansvelt, Mertens, Michel, Dehaes, Entezari, Politis, Rondia en Brosens.
> Lees ook: mogelijk staking op 20 mei