Op de medicomut werd het licht op groen gezet voor de vergoedingen van triage- en afnamecentra. Dat nadat er eindelijk een wettelijke basis voor gecreëerd was, wat wel heel wat voeten in de aarde had. Maar finaal zijn de syndicaten tevreden dat dit nu geregeld is. Op basis van ramingen was 5,4 miljoen hiervoor opzijgezet.
Op basis van ramingen was 5,4 miljoen opzijgezet hiervoor, maar men diende eerst een wettelijk fundament te leggen om het geld toe te kennen. Dat is in orde gekomen tot tevredenheid van de syndicaten, weliswaar met flink wat vertraging, aldus Marc Moens (Bvas).
Tijdens de beginperiode van de triagecentra signaleerden artsen(syndicaten) dat de vergoeding per prestatie, zoals voorzien in de eerste periode, ontoereikend bleek: het aantal gemobiliseerde artsen was soms te hoog in functie van het aantal contacten.
Zo ontstond de vraag om de forfaitaire vergoeding die van kracht was sinds 27 juli 2020, retro-actief toe te passen vanaf 23 maart 2020. Een KB daarover passeerde nu dus de medicomut. De toegekende som, gebaseerd op enkele ramingen, bedraagt 5,4 miljoen.
De uitgave staat geboekt onder de uitgavenrubriek van de triage- en afnamecentra 2021. Triage- en afnamecentra moeten hun gegevens aanleveren met verklaringen op eer, waarna het Riziv controleert en uitbetaalt. Er volgt een verlenging van die manier van werken, “nog 1 trimester ondersteuning triage nu pandemie minder hevig lijkt te worden”, zegt Thomas Gevaert (ASGB).
Ter herinnering: voor de periode vanaf 23 maart tot 26 juli 2020 bedroeg de vergoeding voor artsen per uur tot nu toe voor coördinatie, afnames en fysieke onderzoeken 80,34 euro (weekdag) en 119,94 euro (weekend).
Vanaf 27 juli 2020 geldt geen specifieke vergoeding per prestatie voor de fysieke onderzoeken meer. De activiteit in de triage- en afnamecentra wordt vergoed via een forfaitair uurtarief dat verschilt in functie van de kwalificatie van de zorgverlener.