Als een ziekenhuisarts zich moet verdedigen in rechte, botst diens toegangsrecht tot persoonsgegevens in het ziekenhuisdossier niet met het medisch geheim, meent de Orde. De ziekenhuisarts heeft immers een toegangsrecht tot de persoonsgegevens van patiënten waarmee hij een therapeutische relatie had en die opgenomen zijn in het ziekenhuisdossier van zijn ziekenhuis en kan dat dan gebruiken zonder het medisch geheim te schenden.
Voordat hij of zij de gegevens in het ziekenhuisdossier verwerkt met het oog op zijn/haar verdediging in rechte, moet de ziekenhuisarts nagaan of dat gebeurt zonder te handelen in strijd met eigen verplichtingen en met die van het ziekenhuis tegenover de patiënten inzake de verwerking van de patiëntengegevens.
Eventueel overlegt de ziekenhuisarts met de functionaris voor gegevensbescherming van het ziekenhuis. Die zal helpen om de verplichtingen voor de naleving van de regels over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer correct in te schatten.
De verwerking van persoonsgegevens om zich in rechte te verdedigen is een uitzondering op het verbod om persoonsgegevens over de gezondheid te verwerken. In principe moet immers de betrokken persoon ingelicht wordt over de verwerking van zijn gegevens voor de uitoefening van het recht op verdediging in rechte.
Medisch geheim
De regels inzake bescherming van de gegevens en van het medisch geheim vullen elkaar aan. De ene doet geen afbreuk aan de andere. De rechtspraak heeft aangenomen dat artikel 458 van het Strafwetboek (beroepsgeheim) geen absolute verplichting tot zwijgen inhoudt wanneer degene die tot het bewaren van een beroepsgeheim is gehouden, zich in rechte moet verdedigen.
Uit het advies van de nationale raad kan niet afgeleid worden dat de geheimplicht verdwijnt maar wel dat de arts goede redenen kan hebben om het geheim op te heffen binnen de perken nodig voor zijn verdediging, dat wil zeggen op evenredige en relevante wijze.
Het is aan de arts om het vertrouwen van de patiënt - fundamenteel voor de ontwikkeling van de technologische hulpmiddelen – niet te ondermijnen.
Ook met de regels ter zake in de kwaliteitswet, die in principe in werking treedt op 1 juli 2021, moet de arts rekening houden.