De Vlaamse overheid wil meer artsen naar knelpuntspecialismen leiden. Een goede maatregel, maar hij zal niet volstaan als daar geen financiële incentives tegenoverstaan, zegt decaan faculteit geneeskunde UZ Gent Piet Hoebeke.
Wie een afspraak wil bij een dermatoloog of een orthodontist moet daar soms maanden op wachten. De vraag naar die specialisten is groter dan het aanbod. Over enkele jaren moet dat verleden tijd zijn. De Vlaamse overheid wil meer artsen naar knelpuntspecialisaties leiden. Tegelijk wil ze de toegang tot specialisaties waarvan een overaanbod is beperken, bericht De Tijd vrijdag.
Op federaal niveau bestaan quota die vastleggen hoeveel studenten elk jaar aan de opleiding geneeskunde mogen beginnen. Daar komen voor de specialismen Vlaamse subquota bij. Die gelden voor artsen en tandartsen. Dierenartsen vallen er niet onder. De Vlaamse regering heeft daarvoor het licht op groen gezet.
De vraag leefde al veel langer in het veld en werd enkele jaren geleden opgeworpen bij een debat op de Academie voor Geneeskunde in aanwezigheid van minister Vandeurzen. Nu valt eindelijk ook de beslissing. De subquota, of contingenten, worden vanaf 2021 ingevoerd. Een Vlaamse planningscommissie, met een tiental experten, bepaalt dan hoeveel kandidaten minimaal of maximaal kunnen beginnen aan een opleiding die leidt tot een bijzondere beroepstitel.
"De commissie kan het medisch aanbod beter afstemmen op wat Vlaanderen nodig heeft", zegt Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V). Door een beter evenwicht tussen vraag en aanbod wil Vandeurzen "frustraties" tegengaan. Bij afgestudeerde specialisten die geen werk vinden, en bij patiënten die niet snel genoeg bij een specialist terechtkunnen.
> Lees ook :
Geneeskundestudenten willen geen bindende minimumquota