De Becep (Belgische Beroepsvereniging Spoedartsen) reageert met verbazing op het KCE-rapport over traumazorg en de uitspraken van Prof. Stefan Nijs (Voorzitter Belgian Trauma Society). Daarin wordt een beperkt aantal traumacentra voorgesteld voor ons land wat tot minder overlijdens zou leiden.
"Er wordt geargumenteerd dat momenteel alle trauma’s naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis zouden moeten worden gevoerd. Uiteraard klopt dit niet. Bij alle mogelijk ernstige ongevallen worden immers onze MUG’s ter plaatse gestuurd die – zoals de wet het overigens nu al reeds lang voorziet – de patiënt naar het meest geschikte (en daarom niet dichtstbijzijnde) ziekenhuis brengt in functie van de vaststellingen en met de kennis van de mogelijkheden van de verschillende ziekenhuizen."
"Alle ziekenhuizen waar ernstige ongevallen naartoe worden gebracht, hebben immers de juiste voorzieningen om deze op te vangen. De spoedartsen hadden overigens al lang aan de alarmbel getrokken indien hieromtrent een probleem zou zijn."
De BeCEP trekt vooral van leer tegen uitspraken van Prof. Nijs als zouden er door de toekenning van dergelijke traumacentra 900 tot 1.000 doden minder zijn "terwijl de wetenschappelijke literatuur momenteel geen enkel effect aantoont op de sterftekans voor trauma met de oprichting van dergelijke centra. Dit gebrek aan bewijs wordt overigens ook expliciet vermeld in het rapport, alsmede de vaststelling dat in België momenteel zelfs geen gegevens beschikbaar zijn om enige vergelijking tussen onze eigen ziekenhuizen of met het buitenland te maken."
Geen nattevingerwerk
"In elk geval zijn de spoedartsen niet van plan om met gewonden rond te gaan zeulen in ons land in de richting van dergelijke centra als we weten dat ze even goede zorg veel sneller dichterbij kunnen krijgen, zoals dat nu het geval is. Als men ons wil overtuigen om het anders te doen, zal dat moeten met echte wetenschap, die aantoont dat patiënten er beter van worden", besluit de BeCEP die eerst een grondige analyse wil om alle gevolgen correct in te schatten in plaats van nattevingerwerk gebaseerd op foute argumenten.