Het ontwerp van pandemiewet is gisteravond nog niet definitief gestemd geraakt in de Commissie Binnenlandse Zaken. Oppositiepartijen N-VA en PVDA vroegen en kregen een tweede lezing.

Na een zitting van zeven uur heeft de pandemiewet ook gistermiddag de horde van de Commissie Binnenlandse Zaken nog niet genomen. Tot een artikelsgewijze stemming en goedkeuring in eerste lezing kwam het al wel, maar oppositiepartijen PVDA en N-VA vroegen en kregen daarna een tweede lezing.

Stevig debat

Aan de stemming ging een stevig debat vooraf. En dat was niet de eerste keer, want het ontwerp van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CDV) stond vorige week ook al op de agenda van de Commissie.

Het voorontwerp van de pandemiewet doorliep zelfs al een volledig parlementair parcours, inclusief hoorzittingen en een plenaire bespreking. De tekst werd toen aangepast aan onder meer het advies van de Raad van State en de 624 pagina's aan opmerkingen uit het parlement, maar voor de oppositie blijft het ontwerp onaanvaardbaar.

"Ondemocratisch"

Vooral het feit dat het parlement eigenlijk buitenspel staat van zodra het groen licht geeft voor het KB waarmee de epidemische noodsituatie wordt afgekondigd, blijft de gemoederen beroeren. "We zijn ondemocratisch bezig", liet N-VA-fractieleider Peter De Roover bijvoorbeeld optekenen.

Daarnaast vindt de oppositie de definiëring van die epidemische noodsituatie veel te ruim. Om de noodsituatie af te kondigen moet volgens het wetsontwerp aan verschillende voorwaarden worden voldaan, zoals een zware impact op de volksgezondheid en op de draagkracht van het zorgsysteem, maar volgens Vlaams Belang-fractieleidster Barbara Pas kan zelfs een "gewone seizoensgriep" al aan die voorwaarden voldoen.

PVDA'er Nabil Boukili noemde het wetsontwerp onomwonden een "vermomde volmachtenwet", die "probeert te legaliseren wat illegaal is". Ook over de inspraak voor de deelstaten over de maatregelen die hun bevoegdheden raken, die volgens Vlaams Belang en N-VA te beperkt is, ontstond discussie.

Naast de inhoud stuitte ook de werkwijze van de regering en de meerderheid op verzet. De Roover en Pas bleven er bijvoorbeeld bij dat na het voorontwerp ook het ontwerp zelf aan de Raad van State moest worden voorgelegd, wat minister Verlinden en ook Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke formeel tegenspraken.

De N-VA vroeg daarop tijdens de bespreking een advies van de deelstaten over eventuele bevoegdheidsovertredingen en van de Kamercommissie Justitie, maar kreeg daarbij telkens het deksel op de neus.

Het wetsontwerp "betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie" had in principe ten vroegste komende donderdag al plenair gestemd kunnen worden, maar daar steekt de tweede lezing een stokje voor.

Omdat N-VA daarnaast ook nog de goedkeuring van het verslag van de werkzaamheden van deze middag in Commissie en een wetgevingstechnische nota van de diensten van de Kamer vroeg, laat de definitieve stemming in Commissie zeker nog tot volgende week op zich wachten, de plenaire stemming is mogelijk zelfs voor de week daarna.

Spoed

De meerderheid drong bij monde van CDV-Kamerlid Franky Demon alvast aan op enige spoed. Sinds de Brusselse rechtbank van eerste aanleg de huidige wettelijke basis van de coronamaatregelen eind maart ongeldig verklaarde, is er haast bij. De regering ging in beroep tegen dat vonnis en de zaak wordt op 18 mei verder behandeld.