U herinnert zich wellicht als gisteren nog de heisa die in april ontstond nadat het VBS zijn plannen bekendmaakte om de eerstelijnszorg te hertekenen. De Orde neemt in een omstandig advies de kans te baat om een en ander uit te klaren over de regelgeving en het beheer van het gmd.
Dit advies vervangt het advies Het beheer van het Globaal Medisch Dossier (GMD) van 16 juli 2011.
De inhoud van het gmd wordt bepaald in het koninklijk besluit van 26 januari 2017. Daarnaast is er artikel 33 van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg (Kwaliteitswet). Dat legt de gegevens vast die de gezondheidszorgbeoefenaar minstens dient op te nemen in het patiëntendossier.
Vrije artsenkeuze en zorgcontinuïteit
"De arts-patiëntrelatie ontstaat uit een vrijwillig engagement tussen de patiënt en de arts met respect voor de autonomie van zowel de arts als de patiënt. Beiden kunnen die relatie toezeggen, weigeren of beëindigen. De patiënt beschikt steeds over het recht om zijn arts vrij te kiezen en om deze keuze te wijzigen."
"De arts kan oordelen dat hij een therapeutische relatie niet kan verderzetten of geen tussenkomst of behandeling kan verlenen. Hij verwittigt de patiënt en eventueel zijn naastbestaanden tijdig en overlegt met hen. Hij organiseert de zorgcontinuïteit en verstrekt alle nuttige inlichtingen aan de arts die zijn taak overneemt (art. 32, Code van medische deontologie)."
De Orde redeneert verder op deze basis: "Uit het definiëren van een therapeutische relatie volgt de plicht van de arts tot en het recht van de patiënt op een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier. Artikel 22 van de Code van medische deontologie, bepaalt: ‘De arts houdt voor elke patiënt een patiëntendossier bij, waarvan de samenstelling en de bewaring beantwoorden aan de wettelijke en deontologische vereisten. De arts beheert, met respect voor het beroepsgeheim, het patiëntendossier als werkinstrument, communicatiemiddel, kwaliteitsreferentiepunt en bewijselement’."
Eerste contact
"De huisarts kan bij een eerste raadpleging van een nieuwe patiënt vragen naar het bestaan van een gmd bij een andere huisarts. Hij kan via MyCareNet controleren of de informatie die de nieuwe patiënt hem verstrekt correct is. De mogelijkheid van het opvragen van lijsten is voorzien, zowel door de huisarts (lijst van patiënten waarvoor hij GMD-houdende huisarts is) als door andere huisartsen en artsen–specialisten (raadplegen van het GMD-recht van de patiënt)."
"Indien het eerste contact echter in een onstabiele omstandigheid gebeurt (afwezigheid, onbereikbaarheid of verlof van de eigen vaste huisarts) of indien de patiënt gewoon een second opinion verwacht of nog geen definitieve keuze wenst te maken voor een (nieuwe) GMD-houdende huisarts, dan moet dit gerespecteerd worden en is het deontologisch fout een GMD op te dringen of te openen."
Kwaliteit
"Kwaliteitsvolle gezondheidszorg is een belangrijk patiëntenrecht. De huisarts informeert de patiënt correct over het belang van het gmd als werkinstrument voor een kwaliteitsvolle zorg, over de kwalitatieve doelstellingen en de financiële draagwijdte van een gmd."
"Op het vrijwillig en uitdrukkelijk verzoek van de patiënt en met diens geïnformeerde toestemming opent de huisarts het gmd. De arts identificeert de patiënt aan de hand van de elektronische identiteitskaart (eID). Elektronisch - sinds 1 januari 2021 de enige mogelijkheid om recht te hebben op de voordelen ervan - is het eenvoudig om een gmd aan te maken. De patiënt geeft blijk van zijn toestemming door het overhandigen van zijn eID. De arts vinkt het vakje betreffende de geïnformeerde toestemming ter bevestiging aan."
"Een arts-patiëntrelatie is gestoeld op wederzijds vertrouwen en respect, communicatie en participatie. Het gmd verhoogt de kwaliteit van de zorg omdat alle informatie omtrent de patiënt door de huisarts verzameld en geïntegreerd wordt in een medisch dossier. Hierdoor krijgt de GMD-houdende huisarts een totaalbeeld van de gezondheidstoestand van de patiënt."
Wachtarts
"Indien een huisarts optreedt als vervangende arts mag deze, geconsulteerd om de continuïteit van zorg te verzekeren, geen gmd openen. Dit verbod is absoluut tijdens de bevolkingswachtdienst zowel in de weekends als op feestdagen. Dit geldt ook binnen een door de huisartsen georganiseerde weekwacht. Wanneer de huisarts optreedt als vervanger van een collega (afwezigheid, verlof, ziekte) kan er evenmin een verandering worden aangebracht in de status van het gmd."
"De wachtarts heeft wel toegang tot het Sumehr. Dit is een extractie uit het patiëntendossier. Het Summarized Electronic Health Record betreft een elektronisch document dat de minimale gegevens bevat die een arts nodig heeft om de gezondheidstoestand van een patiënt snel in te schatten en zo de best mogelijke zorg te bieden."
"Zoals het Sumehr is ook het gmd geen apart dossier. Het bevat welbepaalde elementen uit het patiëntendossier (korte inhoud met acute medische informatie, belangrijke voorgeschiedenis van de patiënt, ... )".
Zelfbeschikkingsrecht
"Een ander essentieel patiëntenrecht is de autonome en vrije artsenkeuze. Het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt is onmisbaar voor de uitbouw van een vertrouwensrelatie met de arts. De patiënt heeft op elk ogenblik het recht om te kiezen met welke beroepsbeoefenaar hij een therapeutische relatie wenst aan te gaan en hij is steeds vrij deze keuze te wijzigen."
"Artikel 27, al. 2, van de Code van medische deontologie, bepaalt: ‘De arts bezorgt op verzoek of met toestemming van de patiënt aan een andere gezondheidszorgbeoefenaar relevante informatie en gegevens’."
"Overeenkomstig artikel 34 van de Kwaliteitswet houdt de gezondheidszorgbeoefenaar het patiëntendossier bij en bewaart het, vanaf een nog bij koninklijk besluit te bepalen datum, in elektronische vorm."
"De artikelen 36 tot 40 van de Kwaliteitswet bepalen de voorwaarden waaraan de gezondheidszorgbeoefenaar dient te voldoen om toegang te verkrijgen tot de gezondheidsgegevens van de patiënt die worden bijgehouden en bewaard door andere gezondheidszorgbeoefenaars."
Verandering arts
"Bij verandering van behandelende huisarts deelt de arts, in het kader van de zorgcontinuïteit, binnen een redelijke termijn alle nuttige en noodzakelijke medische of farmaceutische inlichtingen betreffende de patiënt mee aan de door de patiënt aangeduide arts opdat de diagnose of de behandeling kan worden voortgezet of vervolledigd. Vandaag is het gebruikelijk dat de arts een kopie van het volledige patiëntendossier overdraagt aan de nieuwe huisarts via eHealth."
"De patiënt kan vragen medische informatie aan zijn patiëntendossier toe te voegen of, in bepaalde gevallen, informatie te corrigeren."
"De arts dient objectief vast te stellen vergissingen (bv. manifest foute diagnose, foutieve bloedgroep van de patiënt of foutieve spelling van zijn naam) kosteloos te verbeteren. De patiënt heeft in de regel echter niet het recht om relevante medische persoons- of gezondheidsgegevens uit zijn patiëntendossier te doen verwijderen. Anderzijds mag de arts niet om het even welke gegevens in het patiëntendossier opnemen. Hij moet rekening houden met de principes van minimale gegevensverwerking, proportionaliteit en noodzakelijkheid. Meer informatie hieromtrent is terug te vinden in het advies van de nationale raad van 20 maart 2021."
"In het kader van de zorgkwaliteit krijgen andere huisartsen binnen éénzelfde groepspraktijk automatisch toegang tot de gmd-gegevens van elkaars patiënten wanneer ze daartoe gemachtigd zijn. De patiënt hoeft hiervoor geen bijkomende administratieve stappen te ondernemen. De patiënt kan een therapeutische relatie met een bepaalde arts van de groepspraktijk weigeren. De behandelend arts informeert de patiënt hierover op het ogenblik van de aanmaak van het gmd."
Groepspraktijken
"In de praktijk stelt het verdelen en toewijzen van de Globale Medische Dossiers bij dissociaties van groepspraktijken van huisartsen soms problemen. In hun samenwerkingsovereenkomst dienen de betrokken artsen hierover duidelijke afspraken vast te leggen. Wanneer een huisarts de groepspraktijk verlaat, bevestigt de patiënt wie zijn gmd-houdende arts is. De nationale raad pleit ervoor om verder na te denken over het nog beter afstemmen van het concept van de solopraktijk van de gmd-houdende huisarts op de evolutie naar de samenwerking van huisartsen binnen een groepspraktijk."
Honorarium
"Het honorarium per gmd voor de huisarts is beperkt tot 1 maal per kalenderjaar per patiënt. Sinds 1 januari 2021 is er een automatische verlenging. Eén jaar op twee dient er een raadpleging van de patiënt plaats te vinden."
"Het beheer van een gmd is voorbehouden aan erkende huisartsen. Elke huisarts die gmd's wenst te beheren moet voldoen aan de voorwaarden om die erkenning te bekomen of te behouden. Huisartsen in opleiding kunnen geen gmd openen of beheren."
"Vroeger was één van de criteria voor het behoud van de erkenning dat de huisarts zowel op huisbezoek als in de consultatieruimte zorg verstrekt. Nu bepaalt het artikel 10 van het Ministerieel besluit van 1 maart 2010 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen als enige criterium voor het behoud van de erkenning van de huisarts: ‘De erkende huisarts is ertoe gehouden gedurende zijn ganse loopbaan zijn bekwaamheid te behouden en te ontwikkelen door praktische en wetenschappelijke vorming.’"
"De nationale raad is evenwel van mening dat een gmd-houdende huisarts de volledige huisartsenzorg voor die patiënten moet kunnen verzekeren."
"De nationale raad wenst met deze analyse de huisartsen bij te staan om met de nodige zorg en eerbiediging van de deontologische voorschriften het gmd van iedere patiënt te beheren."
Meer achtergrond en verwijzingen vindt u op de site van de orde.
> Lees ook: standpunt VBS lijkt sprong achterwaarts