De huidige financiering van de For-K IBE's is ontoereikend om de werkelijke kosten te dekken en de status van proefproject verhindert hen de toegang tot bepaalde uitgaven die met een structurele financiering wel mogelijk zouden zijn (b.v. investeringen in nieuwe infrastructuur). Het rapport stipt daarnaast tal van andere problemen aan zoals de versnippering, vage opnamecriteria en delicate diagnoses.
De For-K intensieve behandelingseenheden (IBE)(1) zijn bedoeld voor jongeren met een ernstige psychiatrische problematiek die door een jeugdrechter onder een gerechtelijke maatregel zijn geplaatst.
Deze voorzieningen, waarvan België er momenteel 14 telt, werden nu bijna 20 jaar geleden opgericht in het kader van een proefproject. Bijna alle jongeren in deze eenheden volgden een zeer moeilijk levenspad en kwamen al met talrijke organisaties in aanraking, maar geen enkele heeft de eindverantwoordelijkheid.
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) kreeg de opdracht om te beoordelen hoeveel For-K IBE België nodig heeft, teneinde hun situatie een permanent karakter te geven.
Het KCE stelde vast dat deze For-K IBE zeer gewaardeerd werk leveren, maar dat het moeilijk te bepalen is hoe het aanbod eruit moet zien zolang de opnamecriteria niet preciezer worden beschreven.
Voor en na een verblijf in een For-K IBE is actie noodzakelijk, wil men opname voorkomen of beletten dat al het werk verloren gaat. En het is tijd om de pilotfinanciering van deze eenheden om te zetten in een structurele financiering.
Wanneer jongeren door een jeugdrechter onder een gerechtelijke maatregel worden geplaatst omdat ze een delict hebben gepleegd of zich in een verontrustende situatie bevinden en bovendien een ernstige psychiatrische problematiek vertonen, dan is aangepaste specialistische zorg voor deze jongeren cruciaal.
In 2003 werden intensieve behandelingseenheden opgericht, For-K IBE genoemd, die in een beveiligde en beveiligende omgeving zorg aanbieden aan deze jongeren. Ons land telt 14 van deze eenheden, verdeeld over 12 psychiatrische ziekenhuizen, met in totaal 124 bedden.
Status en financiering die aan herziening toe is
Deze eenheden werden opgericht als proefproject dat in de loop van de tijd evolueerde, maar de voorlopige financiering werd nooit omgezet in een structurele financiering. Deze tijdelijke status, die al bijna 20 jaar duurt, stelt deze eenheden en de ziekenhuizen die hen huisvesten, voor diverse problemen.
De interkabinettenwerkgroep "Task Force Geestelijke Gezondheidszorg" gaf daarom aan het KCE de opdracht om na te gaan hoeveel For-K intensieve behandelingseenheden en bedden België nodig heeft, teneinde hun situatie een permanent karakter te geven.
Jongeren met moeilijk levenstraject
Jongeren die in de For-K IBE’s worden opgenomen, hebben steevast een moeilijk levenstraject achter de rug en groeiden vaak op in precaire gezinssituaties.
De For-K IBE's behoren tot een bijzonder complex landschap op het kruispunt van al deze sectoren, die onder federaal, regionaal of gemeenschapsbestuur vallen. Op elk bestuursniveau zijn verschillende overheidsdiensten en departementen betrokken, met verschillende geografische organisaties op regionaal, provinciaal en zelfs lokaal niveau. Tot op heden heeft geen enkele instantie de eindverantwoordelijkheid voor het hele traject van een jongere.
Nuttig en gewaardeerd werk
Niemand twijfelt aan het nut van de For-K's. Elk jaar worden ongeveer 300 jongeren opgenomen voor langdurige intensieve zorg (6 maanden tot 1 jaar). Het huidige aanbod beantwoordt dus aan een duidelijke behoefte, en er zijn verschillende aanwijzingen dat het zelfs moet worden uitgebreid.
Vanwege de meningsverschillen qua doelgroep en het gebrek aan objectieve gegevens is het momenteel echter onmogelijk om te bepalen hoeveel jongeren baat zouden hebben bij een opname in een For-K en of er eventuele alternatieven zijn.
Vage opnamecriteria
Over het profiel van de jongeren die in aanmerking komen voor een opname in een For-K bestaat geen consensus. Aanvankelijk waren de For-K IBE alleen toegankelijk voor jongeren die als "jeugddelinquent" werden gekwalificeerd, maar sinds 2009 aanvaarden bepaalde For-K IBE's ook jongeren in een "verontrustende situatie"; of in een psychiatrische crisissituatie, voor wie een ‘gedwongen opname’ nodig is.
Bovendien hanteert elke For-K IBE zijn eigen opname- en exclusiecriteria: sommige vangen uitsluitend jongens op, andere alleen meisjes; sommige geven voorrang aan jongeren uit hun geografische regio; sommige zijn gespecialiseerd in jongeren met ernstige gedragsproblemen, verslavingsproblemen, enz. Anderzijds weigeren sommige eenheden ook jongeren met afwijkend seksueel gedrag, beperkte verstandelijke mogelijkheden, of jongeren die als onverenigbaar met de rest van de groep worden beschouwd, enz.
Zonder een duidelijke definitie van de doelgroep is het onmogelijk te bepalen welk zorgaanbod noodzakelijk is. In het KCE rapport wordt een aanzet gegeven voor een betere beschrijving van de criteria. Maar het is ook noodzakelijk om alternatieve oplossingen te vinden voor jongeren die niet aan deze criteria voldoen (bijvoorbeeld jongeren met ernstige stoornissen die niet onder het gerechtelijk systeem vallen).
Voorkomen is altijd beter dan genezen
Sommige opnames in de For-K IBE’s kunnen worden vermeden als de problemen in een vroeger stadium zouden worden onderkend en aangepakt. Psychiatrische problemen kunnen soms al op school worden ontdekt, of via andere organisaties waarmee de jongere in de loop van zijn leven in contact komt.
Bovendien maakt het verblijf van jongeren op een For-K IBE deel uit van een continuum; ze kunnen niet los worden beoordeeld van hun vorige en volgende trajecten.
Ondanks de inspanningen van de bevoegde autoriteiten is er een tekort aan opvangplaatsen in de (kinder)psychiatrie en jeugdhulp. Om de investeringen in de For-K’s zo efficiënt mogelijk te benutten, moet de preventie in een vroeg stadium worden verbeterd, en moet de zorg na ontslag geoptimaliseerd worden.
Vaak delicate diagnose
Een ernstig psychiatrisch probleem vaststellen bij een jongere is niet eenvoudig. Jeugdrechters zijn geen experts op het gebied van kinderpsychiatrie. De psychiatrische diagnose is nochtans een verplicht opnamecriterium. Jeugdrechters zijn dus afhankelijk van een beoordeling door een (kinder- of jeugd)psychiater.
Echter, de realisatie hiervan binnen een redelijke termijn is onzeker: er is een tekort aan kinder- of jeugdpsychiaters en hun rapportage is niet goed gestandaardiseerd. Er is een spanningsveld tussen de jeugdrechters, die spoedopvang moeten vinden voor jongeren in nood, en de psychiaters, die uitgaan van de zorgnoden van een jongere. Meer systematische procedures voor deze beoordelingen zijn dus noodzakelijk. En uiteraard, de financiering bestendigen.
Ten slotte bevestigen de KCE-onderzoekers dat de huidige financiering van de For-K IBE's ontoereikend is om de werkelijke kosten te dekken en dat de status van pilootproject hen de toegang verhindert tot bepaalde uitgaven die met een structurele financiering wel mogelijk zouden zijn (b.v. investeringen in nieuwe infrastructuur).
Om het werk van de bestaande teams te beschermen, is het dus hoog tijd dat deze eenheden op een structurele financiering kunnen rekenen. In de studie worden hiervoor een aantal manieren aangereikt, waaronder de invoering van een (nieuwe) specifieke beddenindex. Ook de erkenningsnormen, zoals het aantal en het type personeelsleden en hun kwalificaties, moeten preciezer worden omschreven.
Het volledige rapport leest u hier.
1 De naam "For-K" komt van FORensisch en K, de beddenindex van de neuropsychiatrische diensten die zich specifiek bezighouden met de opname en behandeling van kinderen en adolescenten.