Professor Constantinus Politis (diensthoofd MKA UZ Leuven), dissecteerde op het recente VBS-GBScongres ons ziekenhuis-financieringssysteem om daaruit strategische opties af te leiden voor de op til staande hervormingen. Extramurale specialisten moeten meer ruimte krijgen en een machtsverschuiving van chirurgie naar interne disciplines lijkt aan de gang. En wat met onze UZ’s?
De universitaire ziekenhuizen (UZ’s) vormen een groep van zeven. Ze vertegenwoordigen ongeveer 10% van het toegekende ziekenhuisbudget. Dat moeten ze delen met de algemene ziekenhuizen (AZ’s) en psychiatrische ziekenhuizen (PZ’s).
De professor was glashelder over hun juridische positie: “De wet beschermt de UZ’s en daarom is er nog geen enkel verdwenen in al die tijd, ook met het huidige financieringsmodel. 9.000 erkende bedden, schatte het KCE al eerder, zouden verdwijnen tussen 2014 en 2025 in België. Als dit zo verder gaat, dan zal men uiteindelijk landen bij een 50-tal resterende ziekenhuizen. Een visie ontwikkelen op de poliklinieken, de verblijfsduur en de transmurale zorg is bijgevolg nodig. Daarnaast moet het aantal UZ’s in vraag gesteld worden.”
Hij vergeleek ons land met buurland Nederland dat ongeveer 7.000 UZ-bedden telt voor 17,5 miljoen inwoners. België telt er 7.400 UZ voor 11,5 miljoen inwoners. Ruimte genoeg dus door rationalisering. “De overheid kan die tendensen overigens maar beperkt beïnvloeden. Er bestaan veel sterkere externe invloeden die het bestuderen waard zijn”, stipte de professor aan. Wel gaf hij op een vraag uit het publiek aan dat we het Nederlandse model niet moeten kopiëren, toch kunnen we eruit leren. Ongeacht het financieringsmodel hebben we waarschijnlijk nog ruimte voor ziekenhuisconcentratie. Dat is vooral van belang voor kleinere ziekenhuizen.”
Polikliniek en dagziekenhuis, extramurale specialist
Dit alles, de afname van het aantal ziekenhuizen, is belangrijk voor de poliklinische zorg en dagkliniek. Als men de dagziekenhuizen verder wil uitbouwen in de context van de huidige financiering, moet een aantal hinderpalen verdwijnen. Bijvoorbeeld de limitatieve lijst. Het gaat om de regel 0,81 die 0,81 zorgdagen toekent aan de prestaties van de gelimiteerde lijst ("Elk verantwoord verblijf in chirurgische daghospitalisatie krijgt een verantwoorde verblijfsduur van 0,81 dagen (= multiplicator) toegekend, red.) Een sterke interactie met de eerstelijnszorg is hier noodzakelijk in de context van het patiëntentransport.
De extramurale specialist vertegenwoordigt een derde van de VBS-leden. Dat aantal zal toenemen naarmate er meer ruimte komt voor externe, autonome poliklinieken met of zonder overheidssteun.
Machtsverschuiving
Intussen neemt het gewicht van honoraria-afdrachten en apotheek steeds verder toe tegenover het BFM. “In de UZ’s overstijgt het budget apotheek zelfs al de honoraria en het BFM. Dat riskeert te leiden tot een verglijding van de macht, weg van de chirurgische disciplines: de farmaceutische producten worden vooral voorgeschreven door interne disciplines en zeker de oncologische geneesmiddelen vertegenwoordigen een zwaarwegend deel daarvan.”
Een vaststelling die perfect overeenkomt met het morse-rapport van het Riziv uit 2020.
Dat alles heeft ook zijn weerslag op ondersteunende disciplines, wat weer een invloed heeft op de toegankelijkheid. Zonder toegankelijkheid geen omzet en geen zorgconsumptie. In ons land ligt het patiëntendeel op ruim 20%, hoger dan in de meeste buurlanden en het EU-gemiddelde. Het gaat hem vooral over de betaling van de arts en de geneesmiddelen.
Ook hier komt de supplementendiscussie in volle kracht terug…
Laatste reacties
Stefaan COLPAERT
24 februari 2022De boven geschetste positie kan realistisch genoemd worden. In de toekomst minder ziekenhuis. Jammer dat daarmee de kleinere ziekenhuizen het zullen ontgelden ten aanzien van de grotere. Uitnodiging zou zijn eens de denkrichting in omgekeerde zin te maken en small is beautifull te blijven matchen aan mensenmaat. Enkel zo komen we tot ons eigen model, niet noodzakelijk het Nederlandse.