“Als we de verschillende puzzelstukjes in elkaar leggen, moeten we concluderen dat de opleiding in handen is van de universitaire opleidingsnetwerken”, luidt een analyse in het nieuwe VBS-jaarverslag, 'de onvoltooide symfonie van Maggie'.
Die analyse berust op de volgende redenering: “De coördinerend stagemeester stelt in het netwerk een stageplan op, de MaNaMa wordt een essentiële voorwaarde om de erkenning aan te vragen, de autonome praktijk is in handen van de coördinerend stagemeester.”
Zo worden dus de erkenningscommissies overbodig, omdat zij de stageplannen goedkeuren en erkenningen verlenen. Tenminste, in zoverre de coördinerend stagemeester toelaat dat de assistent zijn dossier indient.
Academische opleiding werd realiteit
“De academische opleiding is een realiteit geworden”, heet het volgens voorzitter Jean-Luc Demeere. “De pariteit tussen universitaire bank en beroepsbank wordt simpelweg genegeerd. De opleiding is in handen van de academici met de medeplichtigheid van de niet-universitaire stagemeesters, die een ondergeschikte rol hebben in dit opleidingsnetwerk.”
Het VBS roept op om hiertegen te reageren want “het beroep mag niet aanvaarden dat het onderhorig wordt gemaakt aan een academische opleiding. De rijkdom van een opleiding is het evenwicht tussen de universitaire opleiding en een echte opleiding tot het beroep in een niet-universitaire omgeving.”