Dr. Jos Vandekerkhof is sinds kort medisch directeur van het Jessa Ziekenhuis Hasselt en combineert zijn werk als ziekenhuisarts al 30 jaar met zijn inzet voor de Orde der artsen. Wil hij dat blijven doen en hoe ziet hij de toekomst van de Orde en zijn ziekenhuis?
Als lid van de Nederlandstalige afdeling van de nationale raad is hij al zeer lang met het Orde-werk vertrouwd. “Ik ben inderdaad sinds 1991 actief in de Orde”, steekt hij van wal. “Het is eindelijk tijd om de langgevraagde hervormingen erdoor te krijgen. Dit is nu al de zoveelste hervormingspoging. Nooit is er iets van gekomen. De laatste voorstellen dateren van 2016 en die zijn evenmin gerealiseerd.”
Ligt dat aan de Orde of aan de politiek?
J.V.: “Intern binnen de Nationale Raad en binnen de huidige wettelijke mogelijkheden proberen we het maximale te doen. In eerste instantie om de Orde transparanter en aangenamer te maken voor de collega’s.”
“Enkele issues blijven we maar meeslepen. Denk aan de voorwaarde dat je tien jaar actief moet zijn als arts vooraleer je je kandidaat kunt stellen voor een provinciale raad. Dat is niet meer van deze tijd. Zo krijg je nooit jongeren in de Orde. Voor mij moet je al kunnen kandideren als je drie jaar praktijk hebt.”
De hervorming van de Orde staat niet in het regeerakkoord, zo hield minister Vandenbroucke desgevraagd de boot af.
“Neen, maar ik denk dat hij er toch wel oren naar heeft. In vroegere voorstellen van ons stond dat we meer evolueren naar raadgeving en dat de tucht interprovinciaal wordt gesitueerd, om de kritiek te pareren dat de Orde een ‘ons-kent-ons’-politiek voert. Dat klopt trouwens niet, maar we willen die indruk weg. We willen daarom net dat bijvoorbeeld een tuchtzaak die zich in Limburg voordoet, interprovinciaal wordt behandeld.”
Wat met de relatie tussen provinciale raden en de nationale raad?
“Alles wat ‘administratie’ betreft, behoorde vroeger tot de zogenaamde autonomie van de provinciale raden maar eigenlijk klopt dat niet omdat die raden enkel autonomie hebben voor tuchtrecht. Het beheer van de gebouwen, het personeel en de sociale statuten hebben we daarom nationaal getrokken. Zo is de Orde als het ware één groot bedrijf geworden. Onze provinciale secretariaten worden nationaal betaald.”
“We streven ook naar een uniform lidgeld voor heel het land. Ook voor de zitpenningen heeft de nationale raad een uniform bedrag vastgelegd. De volledige boekhouding is nu naar de nationale raad toegetrokken.”
Enkele ingrepen hebben de Orde wel al gemoderniseerd?
“Verder behouden we goede initiatieven als arts in nood en meldpunt agressie. Net zoals de recente veel toegankelijkere Code. En met onze adviezen proberen we zoveel mogelijk op de actualiteit in te spelen.”
“We denken na over adviezen in verband met actuele thema’s zoals bvb. De pandemie die artsen ernstig geïmpacteerd heeft en de kwaliteitswet die er zit aan te komen.“
De kwaliteitswet die blijkbaar meer werk vergt dan gedacht, want hij is uitgesteld.
“We bekijken de raakvlakken van de wet met die van de benadering van de Orde. We zullen met ons werk dan naar het veld stappen, want de kwaliteitswet is er niet alleen voor de artsen. Men onderschat de draagkracht van die wet als die er ooit komt.”
Waar legt u als kersvers medisch directeur de prioriteiten van Jessa?
Er zijn er drie: het enorme project van de nieuwbouw, de accreditatie/kwaliteit en meer in het algemeen - gelinkt aan de federale hervorming van de ziekenhuisfinanciering - een nieuwe financiële regeling in ons ziekenhuis.”
“De nieuwbouw is gelinkt met de evolutie van het netwerk. We moeten immers een strategisch plan hebben dat in het netwerkplan past. Voor de nieuwbouw hebben we dan weer het akkoord van het VIPA nodig. Willen we de nieuwbouw tijdig kunnen aanpakken, dan moet ons zorgstrategisch plan rond zijn voor het jaareinde en dus nog eerder dan de deadline die minister Beke vastlegde (april 2022)."
“Netwerking via artsen verloopt vlot. Zelf heb ik nog mee gezorgd voor een netwerk thoracale en vasculaire heelkunde waarbij we één volledig financieel gepoolde associatie hebben voor Hasselt, Heusden, Sint-Truiden en Tongeren. Eén netwerk van negen chirurgen is dat, een van de grootste diensten vasculaire heelkunde in Vlaanderen. Eenzelfde structuur is er voor de urologen. Ook de cardiologen werken al zeer goed samen met Heusden, binnenkort kom Tongeren erbij. Verder zijn de orthopedisten aan het spreken over een full associatie (Hasselt, Sint-Truiden, Heusden, Tongeren).”
“Voor artsen loopt het behoorlijk. Maar in feite -en dat ligt bij sommigen delicaat- is een netwerk een fusie zonder de mogelijkheden van een fusie. Zolang je aan de netwerkgedachte geen financiering koppelt, is dat een lege doos of een potentiële conflictsituatie die zich trouwens in sommige netwerken al voordoet. Fusies liggen sowieso heel moeilijk. Vooral de relatie tussen het centrumziekenhuis en de ziekenhuizen daarrond kan gespannen zijn.”
Accreditatie
“Verpleegkundigen en artsen zijn niet meer te motiveren om na de zware covidperiode ook nog eens in een vierde accreditatietraject te stappen. We zien wel wat om deel te nemen aan een pilot voor het accreditatieproject van Dirk De Ridder en Kris Vanhaecht.”
“Heel wat van mijn collega’s zijn het JCI- en Niaz-systeem moe. Er zit ook veel ballast in. Bijvoorbeeld de time-outprocedure in een OK waarbij een patiënt een oxymeter aan de vinger moet hebben: ze hebben die oxymeter al aan de vinger in een ambulance.”
”Dikwijls beperkt het zich ook tot een ‘aanvinkcultuur’. Dat staat voor mij niet gelijk aan kwaliteit. Kwaliteit is ook meer dan een week visitatie krijgen, het is een dagelijks gebeuren. Ze moet onverwacht gecontroleerd kunnen worden. Het is een continu proces.”
Ziekenhuisfinanciering
“En dan de ziekenhuisfinanciering. Ik was 25 jaar voorzitter van de medische raad en in die 25 jaar heb ik vaak discussies meegemaakt tussen directie, beheer en artsen over afhoudingen waarbij artsen dan uiteraard ook inspraak willen in het beleid. Inspraak is bij ons nooit een echt probleem geweest maar in feite heeft de beheerder dus het geld van de afdrachten nodig om zijn ziekenhuis te laten draaien. Waarbij dan de discussie start: van wie is dat geld?"
"Voor mij blijft het geld uit afdrachten van honoraria van de artsen die samen met het beheer en de directie moeten kijken hoe ze dat zo goed mogelijk kunnen besteden, ten voordele van de twee partijen. Soms verloopt dat harmonieus, soms krijg je een zwart-wittegenstelling. Daar moeten we echt van af."
Maar je kunt die hervorming niet los zien van de nomenclatuurhervorming, een titanenwerk.
"Vreselijk. Ik vraag me af wie sommige van die nomenclatuurnummers nu nog aanrekent. Dat is niet meer van deze tijd. Voor de dure robotchirurgie is bijvoorbeeld niets voorzien, dus elk ziekenhuis probeert daar zelf een mouw aan te passen. Wijzelf steken er geld in via het SMIF (strategisch medisch investeringsfonds). Dat fonds is gebaseerd op de afdrachten van de artsen. Van de 150% afdracht op de supplementen gaat 50% naar het SMIF. Maar hoe meer robotchirurgie, hoe meer deficit! Terwijl er nu al vraag is naar een tweede robot. Dat kun je niet blijven betalen. De technieken evolueren, de nomenclatuur evolueert niet mee."
“Plus: ons budget groeit niet mee volgens de toenemende behoeften. Ofwel herziet men grondig de financiering via BFM, ofwel doet men iets aan de honoraria.”
Laatste reacties
Eugeen DE BLEEKER
04 november 2021orde transparanter ? ook de nationale raad ?
de orde door de wet gebonden zodat jonge collega's zich niet verkiesbaar kunnen stellen ??? maar waarom kan iemand zich steeds opnieuw verkiesbaar stellen ? waarom geen maximale leeftijd of een maximaal aantal mandaten en vooral er voorzorgen dat iedereen zich aan die beperkingen houdt, dan zou een arts geen 30jaar moeten zetelen in de orde.