Uit het pas gepubliceerde verslag dat aan de stemming voorafging van het goedgekeurde wetsvoorstel ASO’s en artsen in opleiding, blijkt dat lang niet alle problemen te velde van de baan zijn. De voorzitter van de paritaire commissie artsen-ziekenhuizen, Jo De Cock, moest de knelpunten inventariseren.
“Er is nood aan een mentaliteitswijziging bij een aantal stagemeesters en bij ziekenhuizen”, signaleerde Frieda Gijbels (N-VA). Ze benadrukt het belang van een onafhankelijk meldpunt. “Een ander probleem is dat er geen scheiding iss tussen lesgever en werkgever. Dat leidt tot delicate situaties. Ook wat de pensioenopbouw en werkloosheid betreft is er nog veel te doen.” Het valt op dat voor die laatste punten nog geen budget voorzien is.
Namens Ecolo-Groen en PS merkten Laurence Hennuy en Patrick Prévot op dat een evaluatie was voorzien in oktober 2021. Wat is de stand van zaken? Eerder tevreden met wat nu voorligt toonde zich Daniel Bacquelaine (MR), maar ook hij drong aan op een stand van zaken inzake de contacten met de ziekenhuizen en de stagemeesters. Nathalie Muylle (CD&V) kwam met hetzelfde verzoek : er bereikten haar signalen dat er niet zoveel veranderd is. “Qua werkloosheid en pensioenen moet nog meer gedaan worden.
Representativiteit
Sofie Merckx (PVDA-PTB) spitste zich onder meer toe op het toekennen van vier zitjes in het paritair comité. Aan wie komen die zitjes toe? “Het gaat om twee vertegenwoordigers van de UZ’s en twee vertegenwoordigers van de artsen. Komen die zitjes toe aan Vaso en Cimacs?” Cathérine Fonck (cdH) viste ook naar die representativiteit. Merckx meende dat de nog steeds bestaande klachten op het werkveld onder meer terug te voeren zijn op het feit dat sinds het akkoord ziekenhuizen niet willen dat de ASO’s overuren doen. “Maar men doet nu wel hetzelfde werk in minder uren. Dit vormt een grote bron van stress.”
Voor Maggie De Block (Open Vld) is het vanzelfsprekend dat de assimilatie van de klinische stage verlengd wordt en dat het voor de assistenten zeer belangrijk is opgeleid te worden voor de specialisatie waarvoor zij gekozen hebben. Maar hoe zal dat gecontroleerd worden? Ze wil daarin zelf verdere stappen ondernemen. “Een zekere scheiding tussen de werkgever en de stagemeester is cruciaal.”
Cathérine Fonck vraagt zich af of het assistentschap van de ASO’s niet moet worden verlengd. Vooral voor interne geneeskunde kan dat een probleem zijn. Werd met de erkenningscommissies overleg gepleegd?
Resterende problemen
Minister Frank Vandenbroucke somde van zijn kant de resterende uitdagingen op: onder andere de pensioenopbouw, werkloosheid, ouderschapsverlof… Daarvoor zijn inderdaad nog geen budgetten voorzien in de begroting, gaf hij toe. “Men moet de cultuur verlaten waarin jonge mensen in opleiding uitgebuit worden. Het afgesloten akkoord breekt deze vicieuze cirkel. Er wordt nu macht gegevenaan de betrokken organisaties van ASO’s.”
Uit de opgemaakte knelpuntinventaris blijkt dat er nog een waslijst van problemen bestaat: het niet ondertekenen van een contract bij de aanvang van de opleiding, problemen met de registratie van de arbeidstijd, niet gerespecteerde arbeidsduurwetgeving, systematisch aftrekken van de duur van de lunchpauze, onduidelijkheid over de regeling van het wetenschappelijk budget, vermindering van het aantal verlofdagen, druk om de opting-out te ondertekenen. Een aantal ziekenhuizen heeft de ASO’s meegedeeld niet akkoord te gaan met de visie van de minister van Werk over hoe het verlof berekend moet worden.”
Oplossing wachtdiensten
De paritaire commissie besprak deze inventaris al. De koepels van de ziekenhuizen en de vertegenwoordigers van de stagemeesters reageerden daarop dat ze de vaste wil hebben om het akkoord correct te implementeren, maar ze vroegen begrip voor de korte tijdspanne. De artsen vroegen naar de registratietool en een oplossing voor de wachtdiensten. Voor de arbeidsduur verwijst de minister naar de Arbeidsinspectie als controle-orgaan.
Cathérine Fonck drong aan op garanties voor de opleidingskwaliteit, waarop Frank Vandenbroucke suggereerde om daarover onder meer een themadebat te organiseren in de schoot van de commissie Volksgezondheid, maar Fonck liet zich daarmee niet paaien.
Waarop Vandenbroucke beloofde dat hij later op de problematiek van de kwaliteit van de opleiding zou terugkomen.
Cathérine Fonck (cdH) benadrukte dat een aantal ASO’s de mogelijkheid zal worden geboden om de gevolgen van de COVID-19-epidemie op te vangen door validatie van medische activiteiten in de context van de artsenopleiding. Dat wordt voorzien tot 30 september 2022. “Zal deze wijziging van de stageplannen de kwaliteit van de opleiding in het gedrang brengen? De spreekster vreest dat ASO’s op het einde van hun stage moeilijkheden zullen ondervinden bij de erkenningscommissie omdat het stageplan niet zou voldoen.” Die bezorgdheid wuifde de minister evenwel weg want “er komt een overeenkomst met een stagemeester. Dat zijn de formele aspecten.” Vandenbroucke begrijpt niet waarom dat later een probleem zou vormen voor de erkenningscommissie.
Sowieso werd dit wetsvoorstel eenparig aangenomen door de commissie.
Laatste reacties
Jan LERUT
27 januari 2022Sinds jaren - het VASO en de (steeds " slapende") franstalige tegenhanger weten dit goed- heb ik mij zowel op academisch (als UZ -stagemeester en initiator van de MANAMA [31(!) jaar geleden]) en maatschappelijk (als lid van de HGR en WG Spec HGR ) ingezet voor de verbetering van de opleiding van de ASIO...
Zeer dikwijls werd - openlijk in verschillende vergaderingen en commissies- mijn bezorgdheid geuit ivm de kwaliteit en modaliteiten der opleidingen ... bijna altijd werd dit afgedaan als overdreven , heel dikwijls werd zelfs niet geluisterd door de verantwoordelijken!
De problemen zijn multipel: gebrek aan interesse voor de kwaliteitsvolle opleiding ; gebrek aan engagement en zin voor verantwoordelijkheid , gebrek aan wetenschappelijke interesse van vele stagemeesters en ziekenhuis-leidinggevendenden (de assistent = goedkope werkkracht); het niet voorhanden zijn van uniforme - nationale - evaluatiedocumenten , van goed voorbereidde interim evaluatie-gesprekken, van planning...laat staan van juiste statistieken ivm aantal en REELE nood aan assistenten in opleiding in de verschillende specialismen ...van onvoldoende input planningscommissie....De problematiek werd nog versterkt door het invoeren van de coordinerend stagemeesterschap....die de afstand tussen ASIO-werkvloer en echte vernatwoordelijken nog meer vergroot heeft. Mij komt het dikwijls voor of men niet bezorgd is over de verzorging van onze toekomstige patienten ... ik ben het zeker. De problemen in de snijdende specialisaties zijn bovendien nog veel groter dan in de niet-snijdende.
Ombudsman/-vrouw, ja een verbetering maar enkel als deze ...,, teneinde effectief iets te brengen , volledig onafhankelijk zijn van de stagemeesters en zelfs faculteiten geneeskunde , o.a. Doctors 4 Doctors kan daar over meepraten. .
Met ander woorden ...er iigt nog zeer veel werk op de plank.
Prof. em. Jan LERUT