Om het systeem te evalueren, analyseerden de FOD en het Riziv de literatuur en interviewden ze 46 professionals in 35 instellingen waaronder twintig wijkgezondheidscentra en twee huisartsengroepspraktijken. Het verdict is globaal positief, zo blijkt uit een recent verslag.
Gebruikers van het eerste uur kregen wel eens te maken met technische mankementen die tot tijdverlies konden leiden en zelfs tot mislukkingen. Die problemen worden verholpen, zo klinkt het bij de overheid. De feedback van de gebruikers droeg overigens bij tot een grotere gebruiksvriendelijkheid van het systeem.
Wat de perceptie betreft, zijn zowel buitenlandse patiënten als hun artsen van mening dat de bemiddeling een meerwaarde biedt. De jongere generatie zorgverstrekkers heeft het meest vertrouwen in het systeem en videoconferenties genieten de voorkeur op telefonische conferenties en tolken. Face-to-face interventies worden meer op prijs gesteld in ziekenhuizen die liever over een bemiddelaar ter plaatse beschikken. Maar de ziekenhuizen zeggen wel dat voor duidelijke, precieze en korte boodschappen een videoconferentie kan volstaan, ook al is die ‘meer stresserend’.
Een van de belangrijkste belemmeringen is het gebruik van het systeem in real time, tijdens de consultatie, en de angst voor problemen, zoals onderbrekingen. Dat is vooral het geval bij zorgverstrekkers die niet zoveel ervaring hebben met informatica. Een andere hinderpaal is het feit dat de verbinding even op zich laat wachten, wat ten koste gaat van de duur van de consultatie.
Patiënten blijken de bemiddeling meestal probleemloos te aanvaarden. Ze tonen zich zelfs enthousiast als blijkt dat ze eindelijk goed kunnen communiceren. Oudere patiënten hebben soms een beetje argwaan, maar die is doorgaans van korte duur.
> Lees ook: Interculturele bemiddelaars voor consultaties met buitenlandse patiënten
> Lees ook: Intercult-accounts hebben een enorm groeipotentieel bij huisartsen