Het VBS-congres van aanstaande zaterdag staat in het teken van de nomenclatuurherziening en de organisatie van het zorglandschap. Een voorbeschouwing met secretaris-generaal Donald Claeys die het zelf zal hebben over het dagziekenhuis. “In feite zal ik een iets breder terrein bestrijken onder de noemer: de dagactiviteit en de onmiddellijke impact op het ziekenhuis.”
Het chirurgisch dagziekenhuis met de nieuwe A-lijsten zal voor alle dagactiviteiten een specifieke operatietijd toepassen in die financiering, waardoor de verschuiving niet zo enorm zal zijn, schat dr. Claeys in. Het ziekenhuis wordt immers niet gepenaliseerd als het iets in chirurgisch dagziekenhuis doet. Vroeger was dat wel het geval.
Hij overloopt die dagactiviteiten die starten met de consultatie. Consultaties die ook buitenshuis lopen: “Alle universiteiten en perifere ziekenhuizen hebben meestal dure perifere consulten opgezet, doorgaans stukken duurder dan die consulten die artsen zelf organiseren. Maar die consulten worden wel gefinancierd door afhoudingen intramuraal op de medische prestaties. Dat is altijd verlieslatend”, analyseert hij. “Je moet immers je gebouw inbrengen, je personeel en je IT. Op een veel bredere schaal dus dan dat een privéconsultatie dat kan doen.”
“Consultaties met tussenkomsten”
Onmiddellijk aan die consultatie hangt heel het verhaal van de ambulante zorg. Eigenlijk gaat het om consultaties ‘met tussenkomsten’, die meer omvatten dan een gewoon gesprek met of onderzoek van de patiënt. Denk aan dermatologen die een paar kleine wratjes verwijderen; gynaecologen die een uitgebreid onderzoek doen met een kleine ingreep waar geen vergoeding voor voorzien is; een coloscopie bij een kind dat een voorbereiding doorloopt; de voorbereiding van een radiologisch onderzoek voor iemand met een nierinsufficiëntie of diabetes.
Voor bijna al deze tijdsbestedingen is geen forfait voorzien is, maar er is wel omkadering voor nodig omdat het om meer gaat dan enkel die chirurgische ingreep.
“Daarnaast zijn er technische onderzoeken met bijkomende zorg”, somt dr. Claeys verder op. Neem nu de interventionele radiologie die een aantal zaken ambulant doet. Voor zover het in hun gebouwen gebeurt, is de kost vandaag nog opgenomen in het ereloon. Maar wat met de bewaking achteraf in de ontwaakzaal of de voorbereiding van de patiënt? Opnieuw verliesposten die je ergens moet compenseren.
Pediatrisch dagziekenhuis
In hetzelfde rijtje past het pediatrisch dagziekenhuis. Sommige kindjes met zware buikpijn of diarree moeten enkele uren geobserveerd worden. Voor het vervoer van die ouders is niets geregeld, noch voor het nodige personeel. “De pediatrie is een goed voorbeeld omdat je daar ook ambulante zorg hebt die complex wordt. Kinderen met chronische ziekten kunnen thuis verder behandeld worden onder begeleiding van de pediatrie van het ziekenhuis. Enkel een proefproject loopt daar nu voor.”
Dat brengt ons bij het transmuraal verhaal dat met moeite betaald wordt. Heel complex dus.
Niet-chirurgisch, niet-oncologisch dagziekenhuis
Ook deze categorie vormt een uitdaging. Bijvoorbeeld iemand met zware darmklachten annex ontstekingen, stomatherapie, … Sommige taken moeten voor betaling terugvallen op kleine forfaitjes, heel veel zaken zijn onvergoed. Opnieuw is hier omkadering nodig waaruit duidelijk de meerwaarde van het ambulante blijkt. Dokter Claeys laat bij deze opsommign dan nog het psychiatrisch dagziekenhuis buiten beschouwing omdat de psychiatrie een andere, redelijk goede financiering kent (buiten de kinderpsychiatrie).
Geriatrisch dagziekenhuis, nierdialyse
Het geriatrisch dagziekenhuis kent opnieuw een andere insteek want het wordt gefinancierd per ligdag, uit het budget financiële middelen. Begonnen als proefproject wordt het nu vast gefinancierd maar die financiering is ook geplafonneerd. Wat maakt dat ze ondermaats is. Correct georganiseerd is dan weer de nierdialyse. Ook het chirurgisch dagziekenhuis heeft een behoorlijke structuur en is min of meer financieel in evenwicht. “Dat is een grote groep, maar onderschat de andere groepen niet die net de revue passeerden”, licht dr. Claeys toe.
Oncologisch dagziekenhuis
Tot slot is er het oncologisch dagziekenhuis, dat ook wel door de beugel kan door de financiering op basis van MOC’s (multidisciplinair oncologisch consult), maar waar nog wat vragen rijzen voor de toekomst omdat een en ander soms wat artificieel en onevenwichtig aandoet: er bestaat een groot verschil tussen moeilijke en makkelijke gevallen.
Blokkensysteem
De secretaris-generaal van het VBS rangschikt al deze dagziekenhuisvormen in zijn presentatie in een blokkensysteem: goed, minder goed, slecht. Dat opgedeeld in drie lijnen: ziekenhuis, patiënt, arts. Met telkens de factoren ‘beleving’ en ‘financiering’.
Relatief groen en goed zijn het chirurgisch dagziekenhuis, het oncologisch dagziekenhuis en de nierdialyse. Relatief oranje-rood is heel de ambulante zorg, het pediatrisch, geriatrisch en niet-chirurgisch/niet-oncologisch dagziekenhuis.
Tot slot keert hij nog even terug naar het punt waar waarmee hij begon: de consultatie zelf die verlieslatend is. Ergens betaalt de patiënt dat verschil en dus kleurt die niet groen voor hem.
Het niet-chirurgisch dagziekenhuis licht dr. Claeys bijvoorbeeld toe vanuit die diverse invalshoeken. Door de patiënt wordt die als een ‘bleekgroene beleving’ ervaren en financieel zal de kleur ook wel op groen staan. Maar datzelfde niet-chirurgische dagziekenhuis is oranje qua financiering voor het ziekenhuis. De arts zal qua beleving ook bleekgroen scoren, maar zeker niet qua kost. En zo krijg je een heel spectrum van diverse kleuren die duidelijk moeten maken waar de prioriteiten liggen bij de financiële hervorming van de dagactiviteiten.
Ø > Studiedag VBS: de herziening van de nomenclatuur en het zorglandschap