Het Belgische Hof van Cassatie keert de bewijslast om inzake informed consent. Voortaan is het de arts die moet bewijzen dat de patiënt voldoende geïnformeerd was bij het geven van zijn toestemming.

Dat is frappant omdat een eerder arrest van Cassatie op 14 december 2001 een arrest verbrak van het Hof van Beroep van Luik. Daarin werd de bewijslast geïnformeerde toestemming bij de arts had gelegd. Door de verbreking ging men ervan uit dat de arts dus niet (steeds) met de bewijslast opgezadeld werd, maar het ging toen wel om een speciaal geval.

Nu zet Cassatie de puntjes op de i: het principe is dat de arts zelf steeds een bewijs moet kunnen voorleggen van de informatie aan de patiënt. Gevolg: de formulieren informed consent zijn meer dan ooit van belang en zullen nog in aantal groeien. Wellicht proberen artsen zich nu nog beter in te dekken door alles tot in detail op papier te krijgen, met meer rompslomp als gevolg. De vorm van het toestemmingsformulier neemt u bij voorkeur ook nog eens grondig onder de loep om te zien of het waterdicht is. En de nodige aantekeningen in het medisch dossier zijn ook van groot belang.

Geldig voor alle betrokken gezondheidswerkers

Het bewuste arrest van Cassatie, met commentaar, verschijnt eerstdaags in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht/Revue de droit de la santé. Het dateert al van van 25 juni 2015, maar het is nog nergens gepubliceerd, zelfs niet op de officiële website van het Hof van Cassatie. De omkering van de bewijslast geldt voor alle personen op wie een wettelijke informatieplicht rust, aldus de professoren Filip Dewallens en Thierry Vansweevelt.