Volgens het voorgaande akkoord artsen-ziekenfondsen (16 december 2020) moet de financiering van de accreditering een moderniseringsoperatie ondergaan. Eigenlijk bestaat daarover al lang een consensus. Dat alles moet wel sporen met de hervorming van de nomenclatuur. Wat werd bepaald in het meest recente akkoord 2022-2023?
Vooreerst: het bedrag van het forfaitair accrediteringshonorarium blijft gelijk met vroeger: 645,84 euro voor het jaar 2022. Voor eind 2021 (december) ontving u in principe automatisch 5 Credit Points (CP) in uw online accrediteringsdossier.
- 2 CP voor 1 vergadering van de eigen LOK.
- 3 CP voor continue navorming in ethiek en economie.
Dat wegens de speciale pandemie-omstandigheden.
Over de algemene principes is men het eens als aan een hertimmering van het systeem gedacht wordt: niet langer de geïnvesteerde tijd wordt de accrediterings-meeteenheid, wel het bereikte resultaat. De verstrekker zelf moet zijn individuele behoeften en opleidingsplan vastleggen. Het voorgestelde model voor prestatieverbeteringen is het wiel van Demming (met de vier cyclische stadia - "plan, do, check, act").
Op geregelde tijdstippen zouden artsen hun elektronisch portfolio bijwerken als bewijs van hun opleiding – wat deel uitmaakt de kwaliteitswet.
Achillespees
Achillespees van de hervorming blijft de financiering. Hiermee is een aanzienlijk bedrag van 160 miljoen euro gemoeid, maar het is niet evident om dat bedrag op zo’n manier te spreiden dat elk specialisme (inclusief huisartsgeneeskunde) aan zijn trekken komt. Er spelen immers tal van externe factoren mee zoals het soort populatie dat je verzorgt.
Morrelen aan de financiering kan een stevige verschuiving veroorzaken met forse winnaars maar ook forse verliezers. Een hete aardappel die vroeg of laat toch moet worden doorgeslikt.