Het aantal aanvragen tot arbeidsongeschiktheid van werknemers uit de privésector is het afgelopen jaar gestegen tot een absoluut record van 13.938, zo blijkt uit de jongste statistieken van Fedris, het Federaal agentschap voor beroepsrisico's. Als verklaring wordt verwezen naar de coronapandemie.
Ter vergelijking: in 2019 lag het aantal aanvragen voor arbeidsongeschiktheid op 7.848. In de voorbije twintig jaar werden slechts eenmaal, in 2013, meer dan 10.000 aanvragen ingediend.
COVID-19 maakt met 7.262 dossiers het overgrote deel uit van de aanvragen tot arbeidsongeschiktheid in 2020. Deze ziekte werd het voorbije jaar erkend als beroepsziekte voor een aantal personeelscategorieën: zorgverstrekkers, maar ook personeel uit een cruciale sector of essentiële dienst die gewerkt hebben tijdens de eerste lockdown, zoals politieagenten of supermarktmedewerkers.
De meeste aanvragen voor arbeidsongeschiktheid door COVID-19 zijn afkomstig van zorgpersoneel: meer dan 7.000. Antwerpen (15,5 procent) en Henegouwen (15,5 procent) telden de meeste aanvragers. Daarna volgen West-Vlaanderen (13,5 procent) en Oost-Vlaanderen (11,9 procent). Brussel-hoofdstad is goed voor 6,5 procent van de aanvragen.
De gemiddelde leeftijd van de aanvrager lag op 43 jaar bij de vrouwen en 44 jaar bij de mannen.
Van de reeds afgehandelde dossiers hebben de meeste COVID-patiënten recht op een uitkering voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid (1.577) of de terugbetaling van hun ziekenhuiskosten (690). Niemand in deze categorie werd erkend als volledig arbeidsongeschikt. Zo'n 246 aanvragen werden verworpen.
Tot slot waren er ook drie aanvragen naar aanleiding van het overlijden van een werknemer aan COVID-19. Die werden alledrie positief beoordeeld door Fedris, met als resultaat de terugbetaling van de begrafeniskosten en rentebetalingen voor de echtgenoot en de weeskinderen.