Het aantal huisbezoeken door artsen is tussen 2011 en 2019 met meer dan een kwart afgenomen in Brussel. Dat schrijft de Brusslese nieuwssite Bruzz en het blijkt uit een onderzoek dat het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad samen met twee huisartsenkringen voerde.

Een eerste algemene vaststelling is dat er in Brussel in 2019 gemiddeld 411 huisbezoeken per jaar per 1.000 rechthebbenden werden afgelegd. Dit is minder dan in Vlaanderen (900) en Wallonië (1.080). Het aantal ligt nog altijd lager als er gekeken wordt naar de 80-plussers. Daar gaat het in Brussel om 4.915 bezoeken per 1.000 personen tegenover 7.769 in Vlaanderen en 7.947 in Wallonië.

Het aantal huisbezoeken neemt weliswaar duidelijk af. Terwijl het er in 2011 nog gemiddeld 565 per 1.000 inwoners waren, zakte dat naar 411 in 2019. Dat is een daling van 27,2 procent. Het onderzoek ziet hiervoor drie redenen: In de eerste plaats bemoeilijkt het verkeer en het zoeken naar een parkeerplaats huisbezoeken voor 82 procent van de ondervraagde artsen. Ten tweede is de vergoeding voor een huisbezoek een discussiepunt, want 73 procent van de huisartsen vindt deze te laag. Een derde factor die het afleggen van huisbezoeken bemoeilijkt, is de werklast van de huisartsen.

Dat het aantal huisbezoeken algemeen lager ligt in Brussel heeft ook nog te maken met het grote aanbod aan specialistische zorg en spoeddiensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het feit dat vele Brusselaars geen vaste huisarts hebben of zorg moeten uitstellen omwille van socio-economische drempels.