De werknemers in België waren in 2023 minder vaak afwezig dan de voorgaande jaren. Dat blijkt vrijdag uit een onderzoek van hr-dienstenbedrijf Acerta. De werknemers waren gemiddeld 83,3 procent van de tijd aan de slag, wat voor een voltijdse werknemer overeenstemt met 208 dagen per jaar.
Die aanwezigheidsgraad van 83,3 procent is een stijging met 0,8 procentpunt in vergelijking met 2022. Het is bovendien het hoogste cijfer van de voorbije vijf jaar.
Acerta baseert zich voor die conclusie op de gegevens van zowat 390.000 werknemers bij 30.000 bedrijven uit de private sector. De onderzoekers hebben daarbij rekening gehouden met afwezigheden door ziekteverlof, tijdelijke werkloosheid, loopbaanonderbreking en vakantie.
Ziekteverzuim blijft de voornaamste reden voor afwezigheden op de werkvloer. In 2023 werd gemiddeld 7,9 procent van de werktijd - ongeveer 20 dagen in een werkjaar - niet gepresteerd doordat werknemers ziek uitvielen.
Het ziekteverzuim ligt bij grote bedrijven groter dan bij kleine ondernemingen. Bij de bedrijven met meer dan 500 werknemers (9,9 procent) is het probleem zelfs dubbel zo groot als bij de kleinste werkgevers (5 procent).
"Dat werknemers het voorbije jaar meer beschikbaar waren dan in de jaren ervoor, is in tijden van arbeidskrapte goed nieuws", zegt Dirk Vanderhoydonck van Acerta Consult. Hij blijft wel wijzen op het grote aantal afwezigheden door ziekte, iets wat in tegenstelling tot vakantie of loopbaanonderbreking niet kan worden ingepland door de werkgever. "Dat er zo elk jaar gemiddeld 20 dagen aan arbeid verloren gaan, is echt een aandachtspunt voor ondernemingen die hun productiviteit willen opschroeven."