Per jaar spendeert België zo'n 4,9 miljard euro aan medicijnen. Dat blijkt uit een nieuw Riziv-rapport. In 2022, het laatste jaar waarvoor volledige cijfers beschikbaar zijn, gaf het Riziv 6,5 miljard euro uit aan medicijnen, een stijging van 9 procent.
2,6 miljard euro ging naar geneesmiddelen die onder de overeenkomsten met de naam artikel 81/111 vallen. Dat zijn vertrouwelijke deals die de overheid sluit met farmabedrijven over de terugbetaling van innovatieve geneesmiddelen waarvan de therapeutische werkzaamheid nog onzeker is, maar die toch al beschikbaar worden voor patiënten.
Die cijfers houden geen rekening met de ontvangsten van het Riziv: het remgeld dat patiënten betalen, maar ook een omzetheffing voor farmabedrijven. In 2022 ging het om 1,6 miljard euro aan inkomsten, die de stijging van de uitgaven dempen naar 4,8 procent. Ons land spendeerde in 2022 dus 4,9 miljard euro aan medicijnen.
In apotheken prijken afweeronderdrukkende medicijnen - gebruikt voor behandeling van reuma of kanker - op plek één van de meest terugbetaalde medicijnen, goed voor 571,4 miljoen euro. Medicatie tegen bloedklonters staat op nummer twee (314,9 miljoen euro), insuline en aanverwanten vervolledigen de top drie met 234,1 miljoen euro. Op de vierde en vijfde plaats komen respectievelijk inhaleerbare medicijnen tegen onder andere astma (155,3 miljoen euro) en antivirale middelen (152,4 miljoen euro).
In 2022 werd voor 3,4 miljard euro aan medicatie toegediend in ziekenhuizen en voor 3 miljard euro in apotheken. In ziekenhuizen gaat het om een stijging van 11 procent, versus slechts 6,8 procent meer in apotheken.