Net niet de helft van de Belgische bevolking (49 procent) kampt met overgewicht, en 18 procent heeft zelfs obesitas (ernstige zwaarlijvigheid). Dat blijkt uit de Voedselconsumptiepeiling van Sciensano die werd uitgevoerd in 2022-2023. De cijfers zijn stabiel ten opzichte van de vorige peiling uit 2014-2015.
De cijfers die Sciensano hanteert, komen voort uit de berekening van de BMI (Body Mass Index). Ze worden nagenoeg bevestigd door andere berekeningen, die van de middelomtrek en de middelomtrek/lengteverhouding van de Belgische bevolking. Daar blijkt 59 procent een middelomtrek/lengteverhouding te hebben die een gezondheidsrisico met zich meebrengt. Bij de middelomtrek kan 22 procent van de bevolking worden gezien als een gezondheidsrisico lopend, en 35 procent heeft zelfs een zeer hoo g gezondheidsrisico.
De groepen die het meest te kampen hebben met overgewicht zijn 65-plussers en mannen van 40 tot 64 jaar. Ook laaggeschoolden hebben in verhouding vaker overgewicht dan hooggeschoolden. Vlaanderen scoort beter dan Wallonië.
Positief lijkt dan weer dat bijna een derde van de bevolking van 10 jaar en ouder zegt te proberen af te vallen. Daar staat dan wel tegenover dat 21 procent dat blijkt te doen met gevaarlijke methoden. "Als we gewicht willen verliezen, doen de meeste mensen dat door hun eetgewoonten aan te passen", zegt Isabelle Moyersoen van Sciensano. "De helft van de mensen die aangeeft gewicht te willen verliezen, gaat meer sporten en een derde eet minder. Een vijfde gebruikt gevaarlijke manieren, zoals roken, laxeermiddelen en vasten gedurende 24 uur of langer." Slechts 8 procent laat zich begeleiden door een professional.
Publieke en politieke autoriteiten zouden volgens Sciensano nog meer de focus moeten leggen op het verminderen van de gezondheidsrisico's van overgewicht.