Quo vadis Overlegmodel?

"Als constructieve artsenvereniging hebben we voor de (budget)nota in het Verzekeringscomité gestemd, goed wetende dat we hierdoor quasi geen budgettaire marge hebben voor het komende tarievenakkoord. Omdat hervormingen nodig zijn en we de overheid een kans willen geven om deze in overleg met de artsen door te voeren. Echter met het voordeel van de enorme twijfel", schrijft Thomas Gevaert.

Het was alle hens aan dek het voorbije anderhalf jaar om de covidcrisis te beheersen. Daardoor was er weinig aandacht en tijd over voor de grote werven die opgestart zijn binnen het Riziv en de FOD, zoals de hervorming van de nomenclatuur, de ziekenhuisfinanciering en de verdere uitwerking ziekenhuisnetwerken. Of de eerste stappen in doelmatige en transversale zorg met een meerjarenbegroting, wat een enorme omwenteling is in het bestaande organisatie- en financieringssysteem.

Nu worden de verschillende sectoren (bv. artsen of tandartsen) immers afzonderlijk gefinancierd en wordt er per sector onderhandeld over de besteding van budgetten (voor artsen is dat binnen de medicomut / Nationale Commissie Artsen Ziekenfondsen (NCAZ)).

Met de shift richting transversale zorg wordt het zgn. silomodel ingeruild voor een geïntegreerd model waarbij budgetten voortaan tussen de verschillende zorgverleners verdeeld worden (dus onderhandelingen tussen artsen, tandartsen, kinesisten, …). Op zich zeer aantrekkelijk. Immers, wat kan je tegen een geïntegreerd model hebben waarbij de patiënt centraal wordt gesteld en alle zorgverstrekkers zich aligneren in zorgpaden rondom die patiënt? Een holistische benadering dus, met een holistische financiering. Klinkt zeker goed.

Na veel nota’s en teksten die vooral uitblonken in vaagheid kwam de voorbije week het budget 2022 op tafel. Wat bleek: de groeinorm van 2,5% bovenop de index gaat integraal naar de transversale zorg en gezondheidsdoelstellingen.

Als we de invulling van die doelstellingen bekeken, bleken die vaag, niet gebudgetteerd en sommige niet eens goed gevalideerd. Dus, terwijl er heel wat noden zijn voor de artsen - zoals de opwaardering van de raadplegingen of extra middelen voor de weekwachtposten - is voor deze onderhandelingen enkel de index beschikbaar, terwijl voor vage transversale projecten onze volledige budgettaire marge wordt gebruikt. En dat mede onder druk van sommige van onze collega’s aan de onderhandelingstafel.

Rug tegen de muur

De goednieuwsshow rond dit transversale verhaal (dat bovendien is ingeschreven in het regeerakkoord) én de enorme tijdslimiet plaatsen ons als artsen met de rug tegen de muur. Immers, we worden als artsen mee in een systeem van transversale zorg geduwd onder het mom van kwaliteit, maar we dreigen te verzanden in een kluwen van vergaderingen en commissies zonder duidelijk zicht op doelmatigheid van zorg én bijhorende besteding van middelen.

Je kan veel kritiek hebben op het overlegmodel artsen-ziekenfondsen, maar het staat al jarenlang garant voor tariefakkoorden, waardoor de conventiegraad van artsen hoog blijft en de tariefzekerheid voor de patiënt betrouwbaar.

Overlegmodel

Als de overheid denkt dat ze geruisloos dit overlegmodel kan uithollen door het te verwateren in een transversaal zorgsysteem, dan denkt ze toch beter goed na en blijft ze artsen betrekken als volwaardige gesprekspartners. We zijn pro hervormingen, maar wel hervormingen die goed uitgewerkt en gebudgetteerd zijn en echte doelmatigheid en kwaliteitsbevordering voor de patiënt inhouden.

Geen vage hervormingen die vooral de deur openzetten naar bureaucratie, forfaitarisering, verlies van autonomie én geruisloos opzij schuiven van de artsen als volwaardige gesprekspartners. Want dan riskeer je als overheid de ziekenhuisvlucht naar privépraktijken met vrije tariefzetting enkel een enorme boost te geven.

Als constructieve artsenvereniging hebben we voor de nota gestemd, goed wetende dat we hierdoor quasi geen budgettaire marge hebben voor het komende tarievenakkoord. Omdat hervormingen nodig zijn en we de overheid een kans willen geven om deze in overleg met de artsen door te voeren. Echter met het voordeel van de enorme twijfel.

Aan de overheid om onze twijfel en scepsis weg te nemen het komende jaar. Want vertrouwen komt te voet en gaat te paard. En na het voorbije anderhalve jaar zijn ons vertrouwen en geduld meer dan ooit tevoren op de proef gesteld. Aan de overheid om te tonen dat we volgend jaar opnieuw voor moeten stemmen.

Dr. Thomas Gevaert, voorzitter Kartel en co-voorzitter ASGB

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.