Het Vlaamse ziekenhuislandschap is aan (her)structurering toe als het over beroertezorg gaat en de inplanting van S0-, S1- en S2-centra. Voor de zogenaamde 'bovenbouw' van gespecialiseerde, interventionele beroertezorg wil ze van 15 naar 8 erkende centra. In die zin legt de Vlaamse Regering nu definitief de verdeelwijze vast van de planningsvergunningen.
Er zijn zoals bekend verschillende types zorgprogramma beroertezorg bepaald:
- S0 – protocol voor herkenning en eerste opvang van een beroertepatiënt in ieder ziekenhuis
- S1 – gespecialiseerde beroertezorg op een beroertezorgeenheid, inclusief geavanceerde beeldvorming
- S2 – bovenbouw van gespecialiseerde, interventionele beroertezorg door een multidisciplinair neurovasculair team
Voor S2-centra die invasieve technieken kunnen uitvoeren, komen er nu aanvullende programmatienormen. Ze moeten samenwerken in netwerken met S1-centra die ook een beroertezorgafdeling hebben. Het gaat met andere woorden over een getrapte aanpak. Beide soorten ziekenhuizen moeten expertise delen. Ze stellen ook behandelprotocollen op inzake door- en terugverwijzing van patiënten. In overleg met de federale overheid wordt het aantal ziekenhuizen dat invasieve technieken uitvoert (S2), beperkt. Dat gebeurt zo dat een geografisch goed gespreide en optimale concentratie van zorgexpertise en -kwaliteit mogelijk wordt.
Een recent koninklijk besluit over de vaststelling van het maximaal aantal gespecialiseerde zorgprogramma's ‘acute beroertezorg met invasieve procedures' (S2-centra) werd onlangs gewijzigd. Van de 15 geprogrammeerde S2-centra kunnen er maximaal 8 S2-centra door een erkennende overheid toegekend worden.
Na advies van de Raad van State en op voorstel van minister Crevits legt de Vlaamse Regering nu definitief de verdeelwijze vast van de planningsvergunningen voor de S2-centra onder de bevoegdheid van Vlaanderen als erkennende overheid.
Belangrijkste uitgangspunt bij het opstellen van de programmatienormen is een optimale spreiding van de door de Vlaamse overheid te erkennen S2-centra. Op die manier tracht de Vlaamse Regering de aanrijtijden voor de gemiddelde patiënt zo klein mogelijk te houden en wordt beoogd dat iedereen vlot toegang heeft tot dit gespecialiseerd zorgaanbod. Hierbij wordt ook rekening gehouden met een optimaal gebruik van de reeds beschikbare expertise. De discussie loopt al lang maar zou nu haar beslag moeten krijgen. Alles past in de zorgstrategische plannen die de ziekenhuizen moesten indienen en die nu volop beoordeeld en goedgekeurd worden.