Bijna een kwart van de psychiatrische patiënten in Vlaanderen had in een periode van vier weken geen individueel gesprek met een psychiater. Dat blijkt uit een dossiercontrole van de Zorginspectie, gepubliceerd in het beleidsrapport 2023-2024 van de psychiatrische ziekenhuizen in Vlaanderen. De Zorginspectie vraagt de regels voor de minimale frequentie van individuele gesprekken met zorgverleners te concretiseren.

In 76 procent van alle gecontroleerde dossiers werden notities gevonden van minstens een individueel gesprek met de psychiater in de voorbije vier weken. In 8 procent van de dossiers was er sprake van een individueel gesprek met een psychiater in elk van de voorbije vier weken. 

Uit de dossiercontrole blijkt dat er in 30 procent van de gevallen geen notitie van een individueel gesprek met een psycholoog in de voorbije vier weken te vinden was. Gesprekken met medewerkers toonden aan dat in de helft van de bezochte afdelingen de minimale frequentie van een gesprek tussen de patiënt en een psychiater/psycholoog is bepaald, doorgaans minimum een keer per vier weken.

Tussen begin september 2023 en begin oktober 2024 voerde de Zorginspectie onaangekondigde inspectiebezoeken uit in alle campussen van de Vlaamse psychiatrische ziekenhuizen. In totaal werden 42 campussen van 31 ziekenhuizen bezocht.

Ook de minimale frequentie van multidisciplinair overleg kan volgens de Zorginspectie concreter worden vermeld in het referentiekader. In de meeste dossiers werd een multidisciplinaire bespreking gevonden in de voorbije acht weken, in ongeveer driekwart van de dossiers in de voorbije vier weken. Er blijkt wel grote variatie over de afspraken rond multidisciplinaire patiëntenbesprekingen. De Zorginspectie bepaalde dat er minstens drie verschillende disciplines aanwezig moesten zijn om over een multidisciplinair overleg te kunnen spreken. 

Het Referentiekader voor psychiatrische ziekenhuizen vermeldt momenteel geen concrete verwachtingen over minimale frequentie van individuele gesprekken met zorgverleners of multidisciplinair overleg. "Het is belangrijk dat zulke gesprekken regelmatig worden ingepland, maar het is moeilijk om daar algemene uitspraken over te doen", zegt Joris Moonens, woordvoerder Departement Zorg. "Het beleidsrapport en de aanbevelingen worden besproken met de sector." 

Daarnaast schetsten de resultaten van de inspectiebezoeken een relatief positief beeld van de psychiatrische ziekenhuizen, onder meer wat betreft patiëntendossiers bijhouden, multidisciplinair overleg en op een veilige manier omgaan met medicatie. Op het vlak van patiëntenrechten zijn klachtenprocedures bijna altijd goed uitgewerkt, maar is de toegang tot de ombudspersoon niet altijd verzekerd voor alle patiënten. "Waar er toch tekorten waren, volgen we de ziekenhuizen individueel op of die tijdig worden weggewerkt", aldus Moonens. 

De inspectieronde richtte zich op drie onderdelen van hoe een ziekenhuis zich organiseert om kwaliteitsvolle zorg te kunnen bieden: behandeling, medicatie en patiëntenrechten. De kwaliteit of effectiviteit van individuele behandelingen en therapieën beoordelen, valt niet onder de bevoegdheid van de Zorginspectie.