In 2024 was de luchtkwaliteit in België globaal gezien vergelijkbaar met die in 2023. De stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties daalden licht en ook het aantal ozondagen was lager in 2024. Een van de verklaringen: het natte en regenachtige weer betekende betere omstandigheden voor de luchtkwaliteit, meldt de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL) maandag.
De analyse van IRCEL geeft een voorlopige inschatting van de luchtkwaliteit in 2024 op basis van het verloop van stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM2.5) en ozon (O3) in stedelijke achtergrondmeetplaatsen.
Stikstofdioxide is een typische verkeersgerelateerde polluent. Op plaatsen met veel verkeer is er een directe link tussen de NO2-concentraties en het lokale (diesel)verkeer.
In 2024 waren de NO2-concentraties, net als in 2023, lager dan tijdens het eerste coronajaar 2020. De concentraties waren nog iets lager in vergelijking met 2023. "Nooit waren de NO2-concentraties op stedelijke achtergrondconcentraties zo laag als dit jaar", benadrukt Frans Fierens, woordvoerder van IRCEL.
Een van de verklaringen is de daling van de uitstoot van stikstofoxide (NOx) in alle sectoren en in alle EU-landen. "Specifiek voor het autoverkeer zijn er strengere emissienormen en ook de ontdieseling van het wagenpark speelt een rol. Dieselwagens stoten immers meer stikstofoxides uit dan benzinewagens", legt Fierens uit. Voorts stoten de laatste generatie dieselwagens gevoelig minder NOx uit.
Fierens verwijst ook naar de lage emissiezones (LEZ) in een aantal steden. "Daardoor worden de oudste en meest vervuilende wagens gebannen. Uit een studie van de onafhankelijke ziekenfondsen blijkt dat in steden met een LEZ de daling van de NO2 concentraties sterker daalt."
Een andere verklaring is het zeer natte weer, met een recordhoeveelheid neerslag. "Ook de zomer was zeer nat en er waren geen hittegolven. 2024 was dus, net als 2023, een jaar met gunstige weersomstandigheden voor de luchtkwaliteit", aldus Fierens.
De Europese daggrens voor fijn stof bedraagt 50 µg/m³ (daggemiddelde concentratie). "Deze grens mag niet meer dan 35 dagen overschreden worden", legt Fierens uit.
In 2024 werd die limiet op geen enkele meetplaats overschreden. Het hoogste aantal gemeten overschrijdingen van de daggrens was 9 (Sint-Kruiswinkel, nabij Gent). In alle meetstations werd het laagste aantal overschrijdingen van de Europese daggrens gemeten sinds de grenswaarde van kracht werd in 2008. In meer dan de helft van de meetstations werd zelfs geen enkele overschrijding gemeten. In 2023 was dat in 18 procent van de meetplaatsen.
De reden voor de gunstige langetermijntrend is de dalende uitstoot op Europees niveau van zowel primair (of rechtstreeks uitgestoten) fijn stof en van de stoffen (stikstofoxiden, ammoniak en zwaveldioxide) die secundair fijn stof vormen. Net als voor NO2 zijn de gunstige weersomstandigheden in 2024 mee een verklaring voor de lage concentraties.
Dit jaar was dus ook gunstig wat betreft het aantal ozondagen. Een ozondag is een dag met op minstens één meetplaats in België een overschrijding van de Europese informatiedrempel van 180 µg/m³. Er waren 2 ozondagen: 26 juni en 30 juli. In augustus waren er geen ozondagen.
"De zomer van 2024 was zeer nat met gevoelig meer neerslag dan normaal. In het begin van de zomer was het ook wat koeler en somberder dan normaal. Naar het einde van de zomer was het wel zonniger en warmer. Globaal was de zomer van 2024 iets warmer en zonniger dan gemiddeld", aldus Fierens.
Een uitgebreide bespreking van de luchtkwaliteit van 2024 zal beschikbaar zijn in de loop van 2025.