Een koninklijk besluit dat op 14 april werd gepubliceerd, omschrijft de klinische activiteiten en medische handelingen die de verpleegkundig specialist kan uitoefenen en de desbetreffende voorwaarden. Het gaat om beslissingen nemen, doorverwijzen, voorschrijven van geneesmiddelen, medische attesten schrijven en opname- en ontslagplanning.
Beslissingen nemen qua diagnostiek, behandeling en opvolging van de totaalzorg van de patiënt kan de verpleegkundig specialist (VPS) in drie situaties:
- na een primair door de arts gestelde medische diagnose en medische behandeling;
- zonder een primair door de arts gestelde medische diagnose en medische behandeling, maar die moet de arts dan wel bevestigen;
- De VPS kan de beslissingen autonoom nemen en de handelingen verrichten, weliswaar met deze beperkingen: routineus karakter, beperkte medische complexiteit die vastgelegd is in de interprofessionele samenwerkingsovereenkomst (zie verder) en het gaat om klinische activiteiten en/of medische handelingen waarvan de risico's te overzien zijn. Deze risico's worden omschreven aan de hand van waarschuwingscriteria in de interprofessionele samenwerkingsovereenkomst.
Doorverwijzen van patiënten naar andere gezondheidszorgbeoefenaars. Ook daar kan een interprofessionele samenwerkingsovereenkomst meer klaarheid scheppen.
Voorschrijven van sommige voorschriftplichtige en niet-voorschriftplichtige geneesmiddelen en gezondheidsproducten. Onder gezondheidsproducten dienen zowel medische hulpmiddelen, bloed, bloedbestanddelen en menselijk lichaamsmateriaal begrepen te worden.
Attesten: opstellen van medische attesten.
Opname- en ontslagplanning
Beslissingen nemen inzake opname- ontslagplanning, weliswaar beperkt tot de zorgcontext of het specialisatiedomein waarin de verpleegkundig specialist actief is. Dat laatste moet blijken uit het portfolio dat de verpleegkundig specialist.
Onder zorgcontext kan begrepen worden: acute en kritieke zorg, chronische zorg, zorg voor kind en gezin, zorg voor de oudere, geestelijke gezondheidszorg, transversale zorg. Bij transversale zorg is de verpleegkundig specialist actief in minstens twee zorgcontexten, zonder dat er sprake is van een overheersende zorgcontext.
Interprofessionele samenwerkingsovereenkomst
Minimaal bevat deze overeenkomst de volgende elementen:
1. Samenwerkingsmodaliteiten voor duidelijk omschreven klinische activiteiten en/of medische handelingen verleend door de VPS binnen de zorgcontext of het specialisatiedomein.
De overeenkomst omschrijft de aard van de patiëntengroep(en), de aard van de medicatie en gezondheidsproducten die voorgeschreven mogen worden en de mogelijkheden, de modaliteiten en voorwaarden waarbinnen de VPS kan beslissen en handelen inzake diagnostiek, behandeling en opvolging van de totaalzorg van de patiënt zonder de primair door de arts gestelde diagnose en behandeling; idem dito voor de context en handelingen dier de arts dient te bevestigen. Dag geldt ook voor de inbedding van de consultvoering en opvolging in het zorgproces die de klinische activiteiten en/of medische handelingen met zich brengen; de overeenkomst preciseert ook zaken over afspraken rond overleg en patiëntenbespreking, rapportering, doorverwijzing en afspraken rond opname en ontslag van de patiënt;
2. Interprofessionele samenwerkingsmodaliteiten en de mogelijkheden tot bijsturing;
3. De criteria aan de hand waarvan klinische activiteiten en/of medische handelingen van een beperkte complexiteit worden omschreven;
4. De waarschuwingscriteria die de risico’s omschrijven die noodzakelijk zijn om te beoordelen of er sprake is van klinische activiteiten en/of medische handelingen waarvan de risico's al dan niet te overzien zijn. In risicosituaties dient de verpleegkundig specialist te handelen onder supervisie van de arts.