Als het van Europees commissaris van Justitie Didier Reynders afhangt, worden de rechten van meerderjarige kwetsbare personen - die bijvoorbeeld een handicap hebben of aan een ouderdomsziekte lijden - versterkt wanneer ze die willen laten gelden in het buitenland. Hij voert daarmee de druk op de lidstaten op die het Haagse Meerderjarigenbeschermingsverdrag 2000 nog niet hebben geratificeerd. In België is het sinds 2021 in werking.
Door de toenemende mobiliteit over de eigen landsgrenzen heen, komt het steeds vaker voor dat personen rechten hebben in het buitenland. Zo kunnen ze de eigenaar zijn van vastgoed in een ander land dan het hunne of medische hulp moeten zoeken in een ander land. Met een nieuw wetsvoorstel willen de Europese Commissie en commissaris Reynders met name de rech ten versterken van personen die daar door een handicap of een andere vorm van handelingsonbekwaamheid niet (meer) toe in staat zijn.
De Commissie wil met haar nieuwe verordening duidelijk maken wanneer welke wet van toepassing is, welke rechtbank bevoegd is om zich over een conflict uit te spreken en hoe afspraken met een buitenlandse wettelijke vertegenwoordiger gehandhaafd moeten worden. Het is de Commissie erom te doen de bestaande regels te verduidelijken en lacunes weg te werken. Ze benadrukt dat de verordening - die 1,5 jaar na goedkeuring in werking zou treden - enkel in grensoverschrijdende gevallen van toepassing zal zijn en niets zal afdoen aan de bevoegdheden van de individuele lidstaten wat betreft de bescherming van meerderjarigen.
Behalve de verordening, legt de Commissie ook een ontwerpbesluit op tafel dat alle 27 EU-lidstaten ertoe zou verplichten zich aan te sluiten bij het Haagse Meerderjarigenbeschermingsverdrag 2000, dat aan het begin van de eeuw werd goedgekeurd. Volgens de Commissie is dat een uiterst geschikt internationaalrechtelijk instrument voor de bescherming van kwetsbare personen, maar slechts 12 EU-landen, waaronder België, hebben het tot dusver goedgekeurd.