Drie onderzoekers van het departement Toegepaste Economische Wetenschappen van de ULB hebben de literatuur geanalyseerd om een antwoord te bieden op de gegronde vragen die worden opgeroepen door de aanzienlijke toename van het aantal medische teleconsultaties in België.
“Moeten we blij zijn met deze digitale vooruitgang, die veelbelovend is voor de gelijke toegankelijkheid en de modernisering van de gezondheidszorg? Of moeten we ons, integendeel, zorgen maken en vrezen voor een verslechtering van de kwaliteit van de zorg door het verlies van het face-to-facecontact, of zelfs voor een ontmenselijking van de geneeskunde?” vragen ULB-onderzoekers (DULBEA) in een rapport (1) dat in oktober 2023 werd gepubliceerd.
Claire Duchêne, Benoît Bayenet en Ilan Tojerow wijzen erop dat in 2020 15,1% van de medische consultaties via teleconsultatie werden uitgevoerd. In totaal werden 11 miljoen teleconsulten (voornamelijk telefonisch) gefactureerd tijdens het eerste covid-jaar. Sindsdien is het aantal teleconsultaties gedaald, maar de pandemie heeft het mogelijk gemaakt om snel een nieuwe manier om patiënten te behandelen op te leggen.
“De wetenschappelijke literatuur laat zien dat medische consulten op afstand over het algemeen net zo effectief zijn als face-to-faceconsulten, of dat er in ieder geval geen bewijs is van negatieve effecten. Bovendien zijn patiënten en zorgverleners heel tevreden en besparen ze tijd en/of geld. Het lijkt er dus op dat deze praktijk moet worden aangemoedigd”, schrijven de auteurs van het rapport.
Ze wijzen echter ook op de risico’s die verbonden zijn aan teleconsultatie (veiligheid, outsourcing, ongelijkheden, enz.) en op de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om teleconsultaties op de juiste manier te gebruiken, zoals het beschikken over de juiste apparatuur en een internetverbinding, evenals garanties op het gebied van veiligheid en bescherming van de privacy.
Noodzakelijke investeringen
“Om ervoor te zorgen dat deze telegeneeskunde geen factor wordt in de uitsluiting van de zwaksten in de samenleving, is het bovendien van vitaal belang dat er wordt geïnvesteerd in opleiding en digitale apparatuur, als onderdeel van een bredere inspanning om de digitale kloof te bestrijden. In deze context zou het ook gepast kunnen zijn om een code in te voeren in de Riziv-nomenclatuur voor hulp bij het gebruik van technologie door een zorgverlener, zoals al het geval is in Frankrijk voor hulp van apothekers tijdens videoconsulten”, raden de onderzoekers aan.
Ze adviseren ook om in gedachten te houden dat teleconsultaties geen doel op zich zijn en face-to-faceconsulten niet kunnen vervangen. “Het is belangrijk om niet toe te geven aan de verleiding van ‘volledig digitaal’, waarbij alleen consulten op afstand overblijven, omdat een face-to-facegesprek nog steeds heel vaak nodig is, niet alleen om een diagnose te stellen, maar ook om een vertrouwensrelatie met de patiënt op te bouwen.” Mistiaen et al. (2) benadrukken dat “persoonlijk contact, lichamelijk onderzoek en face-to-face menselijke communicatie fundamentele elementen van de gezondheidszorg blijven”.
Ze stellen verder dat teleconsultatie moet worden gezien als een nuttige aanvulling op andere consulten, met name voor administratieve zaken en voor de regelmatige controle van bestaande chronische ziekten.
De auteurs wijzen erop dat de enquête van het InterMutualistisch Agentschap over teleconsulten, uitgevoerd in 2020, aantoonde dat hoewel de tevredenheid over teleconsulten goed was, 70% van de respondenten vond dat een fysiek consult nog steeds het meest geschikt was en 62% vond dat teleconsulten de uitzondering zouden moeten zijn. “In de toekomst moeten we daarom een goed evenwicht vinden tussen deze twee soorten consulten, afgestemd op de behoeften en voorkeuren van elk individu, en tegelijkertijd de functionaliteit, kwaliteit en gelijke toegang van teleconsultaties waarborgen”, concluderen de auteurs van het rapport.