Diabetes type 2 zorgt voor een hogere kans op longproblemen, zo blijkt uit een nieuwe studie van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en de Universiteit van Surrey. De onderzoekers vonden voor het eerst een direct oorzakelijk verband tussen de suikerziekte en longproblemen.
Diabetes type 2, ook wel ouderdomsdiabetes genoemd, is de meest voorkomende vorm van diabetes. In Vlaanderen leven meer dan een half miljoen mensen met de ziekte. Elke 17 minuten krijgt iemand de diagnose. Bij mensen met diabetes type 2 reageert het lichaam onvoldoende op geproduceerde insuline: daardoor verhoogt het suikergehalte in het bloed. Ook de cholesterol- en bloeddrukwaarden zijn vaak verhoogd, wat de gezondheid van de patiënten verder kan aantasten.
Wetenschappers en artsen wisten al langer dat diabetes type 2-patiënten een grotere kans hebben op het ontwikkelen van longaandoeningen, zoals fibrose of longontstekingen. De onderzoekers konden nu voor het eerst een direct oorzakelijk verband aantonen. Ze analyseerden daarvoor de genetische achtergrond van niet minder dan een half miljoen mensen.
Uit de statische analyse van de dataset konden ze afleiden dat de verhoogde bloedsuikerspiegels, die de patiënten door de diabetes krijgen, hun longfunctie belemmerde. Tegelijk vonden ze geen omgekeerd effect: het was niet zo dat een mindere longfunctie tot verhoogde bloedsuikerspiegels leidde.
Spirometer
"We hebben voor het eerst kunnen aantonen dat een verminderde longfunctie een complicatie is van diabetes type 2", vertelt professor Inga Prokopenko (Universiteit van Surry). "Het is belangrijk dat artsen hier oog voor hebben. Mensen met diabetes type 2 lopen meer kans op longcomplicaties, wat makkelijk te detecteren is met een spirometer (toestelletje waar een patiënt in moet blazen om zijn of haar longfunctie te meten, red.) bij de huisarts."
Omdat de gebruikte dataset zo uitgebreid was, konden de onderzoekers nog een aantal conclusies trekken. Zo vonden ze dat het maagdarmkanaal een cruciale rol speelt in het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Waar tot hiertoe gedacht werd dat vooral de alvleesklier die functie op zich nam, toonde dit onderzoek aan dat ook de dunne darm, het ileum (het laatste deel van de dunne darm) en de dikke darm essentieel zijn voor de regulatie.
Genetisch
Nog vonden de wetenschappers dat iemands genetische achtergrond een belangrijke rol speelt in hoe hij of zij reageert op een diabetesbehandeling. Genetische verschillen blijken vooral een impact te hebben op GLP-1R-agonisten, wat veel wordt gebruikt in medicijnen tegen diabetes type 2. De genetische variëteit bepaalt dat iemands receptoren beter of slechter reageren met de GLP-1R-agonist, waardoor medicatie beter of slechter aanslaat.
"Dit bewijst hoe belangrijk het is om een behandeling af te stemmen op het genetisch profiel van een patiënt: de ene patiënt reageert beter op bepaalde medicatie dan de andere", zegt professor Prokopenko. "We moeten meer gebruik maken van de genetische achtergrond van patiënten om een behandeling te bepalen, zeker wanneer het gaat over dure geneesmiddelen."
De studie is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Genetics.