John Crombez (sp.a) en Valerie Van Peel (N-VA) pleiten ervoor om verslaafden tijdelijk te beletten om kinderen te krijgen. Een begrijpelijke maar emotionele reactie. Ja, situaties van kinderen geboren in verslaafde gezinnen kunnen zeer schrijnend zijn, maar laat ons het debat niet zomaar herleiden tot een emotionele strijd inzake de vraag naar verplichte anticonceptie.
Enkele punten in dit debat die belangrijk zijn om bij stil te staan, ontbreken immers.
Ten eerste is het van algemeen belang dat de geneeskundige kennis en mogelijkheden nooit aangewend worden als straf. Het vertrouwen dat de maatschappij in de geneeskunde heeft, is essentieel voor onze discipline en het biomedisch onderzoek. We moeten opletten met precedenten scheppen die de stap naar andere straffende therapieën verkleinen. Ook kan verplichte anticonceptie, zelfs een tijdelijke, voorlopig niet bereikt worden zonder een invasieve procedure die de fysieke integriteit van de persoon in kwestie aantast. Juist bij hen die het meest kwetsbaar zijn, kan dit een groot trauma met zich meebrengen. Het is niet ondenkbaar dat dit trauma zo groot kan zijn, dat het vertrouwen van de patiënt in de hulpverlening voorgoed verstoord is. En laat dit vertrouwen nu juist van uitzonderlijk groot belang zijn in de behandeling van onder andere verslavingen. Politici moeten zich dus afvragen of zulke zaken niet meer kwaad dan goed zullen doen.
Daarnaast moeten we ook durven kijken naar de last die dit voorstel wederom legt op de hulpverleners. Evolueren we naar een maatschappij die verwacht van artsen dat ze het beroepsgeheim voor zulke zaken aan de kant schuiven? Zijn hulpverleners verantwoordelijk wanneer er toch een kind met verslaving geboren wordt bij gekende patiënten? Of vertrouwen we beter de (para)medici met actieve preventie en goede communicatie, wetende dat er dan toch nog een aantal door de mazen van het net zullen glippen?
Tine Hacour, masterstudent geneeskunde KU Leuven, mandataris studentenvoorzieningen