Vier op de tien bevallingen in de ziekenhuizen met een proefproject verkorte ligduur, volgden dat verkorte traject. De beslissing daarvoor ligt bij de zwangere vrouw die dus blijkbaar maar in een minderheid van de gevallen overtuigd die keuze maakt. Dat blijkt uit voorlopige gegevens die minister De Block bekendmaakte.
Net voor het parlementaire reces kreeg Maggie De Block nog een reeks vragen te verwerken, onder meer over de proefprojecten kortere verblijfsduur. Anne Dedry (Ecolo-Groen) wou weten hoe het daarmee stond zowat een jaar na de opstart. En wat was de invloed op de kwaliteit van de postnatale zorg "bij een afslanking van de materniteiten" die er zit aan te komen, onder meer op basis van het KCE-rapport van eind juni over het aantal benodigde ziekenhuisbedden?
Dedry: "Moeten er kraaminrichtingen gesloten worden? Ligt de oplossing in een verkort verblijf of in een combinatie van verschillende maatregelen?". Verder wou het parlementslid ook weten hoe het zit met de zeven proefprojecten die nu ongeveer een jaar lopen. "Op welke obstakels botst men in de praktijk en welke lessen trekt u daaruit? Komen er bijsturingen tijdens het tweede jaar? Zult u de resultaten van die pilootprojecten koppelen aan een scenario van afbouw van kraaminrichtingen? Die vrees bestaat namelijk in het werkveld."
600 bedden te veel
MInister De Block verwees naar de studie van het KCE waaruit zou blijken dat er ongeveer 600 bedden te veel zijn. "Hoe kan men vroedvrouwen en studenten in de geneeskunde opleiden op plaatsen waar er minder dan 1 bevalling per dag is? Het gaat dus over de zorgkwaliteit."
De minister gaf mee dat er nu zeven proefprojecten geselecteerd zijn, "en 6 proefprojecten startten effectief op 1 juli op. (...) De communicatieproblematiek tussen de
eerstelijnszorg, de tweedelijnszorg en de patiënten lijkt een recurrente bezorgdheid over de projecten heen. De projecten zijn op zoek naar nieuwe communicatiekanalen om de toekomstige moeders prenataal al goed te informeren, maar dat is niet zo gemakkelijk."
Het veld signaleert verder de nood aan een goed elektronisch dossier om, eens de zwangerschap gestart is, te allen tijde de informatie te kunnen delen tussen het ziekenhuis en de eerstelijnspartners."
40%
"Op basis van de gegevens uit de eerste maanden van 2017 vonden gemiddeld 40% van de bevallingen in de betrokken ziekenhuizen plaats in een verkort traject. Zoals u weet kan de zwangere vrouw te allen tijde beslissen of zij voor het verkort traject kiest of niet."
Vanwaar het eerder lage percentage korte verblijven? De Block: "In meer dan één vijfde van de situaties gaat het om de weigering van de moeder. In één geval op tien zijn het de sociale omstandigheden die de inclusie van de moeder voorkomen. Dat heb ik ook gezegd. Bij het verkort traject moet men er wel op toezien dat er voor sociaal zwakkeren geen probleem van zorgcontinuïteit ontstaat."
Hogere werkdruk
Over het beste in te voeren model lopen de analyses nog. In september wordt dit alles besproken op een intervisiemoment met de projectverantwoordelijken waaruit een voorstel moet spruiten. "Uit de voorlopige analyse blijkt dat er nood is aan een goed elektronisch patiëntendossier", aldus de minister, die niet onder stoelen of banken steekt dat het de bedoeling is om uit de proefprojecten iets te leren over de toekomstige behoeften inzake capaciteit en bestaffing. De kortere ligdagduur gaat immers ook gepaard met een hogere werkdruk op het terrein, aldus nog De Block.
> Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @specialistkrant en @MediSfeer.