Bewoners van een assistentiewoning die intensievere zorg nodig hebben, moeten die ook kunnen krijgen zonder dat ze naar een woonzorgcentrum moeten verhuizen. Dat zegt zorgkoepel Zorgnet-Icuro, die daarvoor het concept 'Zorg+-erkenning' heeft uitgewerkt.
De intensiteit van zorg in assistentiewoningen en woonzorgcentra verschilt nogal. In de eerste formule wonen mensen zelfstandig, maar is er wel een noodknop en een woonassistent aanwezig, die ook kan instaan voor crisishulp in geval van nood. Verder doen de bewoners beroep op thuisverpleging, gezinszorg of poetshulp.
In woonzorgcentra is de zorg veel intensiever. De centra krijgen in tegenstelling tot de assisentiewoningen ook financiering vanuit de overheid. Bewoners van een assistentiewoning die zorgbehoevender worden, moeten om die redenen vaak verhuizen naar een kamer in een woonzorgcentrum.
Zorgkoepel Zorgnet-Icuro stelt nu voor om intensievere zorg ook mogelijk te maken in assistentiewoningen aan de hand van het concept 'Zorg+-erkenning'. Daarin wordt de nodige zorg geleverd door een woonzorgcentrum of een andere zorgorganisatie verbonden aan de assistentiewoning, en voorziet de overheid de financiering. "Dat komt tegemoet aan de wens van veel bewoners, die zo lang mogelijk in hun vertrouwde huiselijke omgeving blijven wonen, ook wanneer hun zorgbehoefte toeneemt", legt gedelegeerd bestuurder Margot Cloet uit.
De formule kan ook helpen om de vergrijzingsgolf aan te pakken, meent Zorgnet-Icuro. In de volgende decennia veroudert de Vlaamse bevolking snel en zullen veel ouderen extra zorg nodig hebben. Daarnaast kan het een oplossing zijn voor de leegstand waar veel assistentiewoningen mee kampen.
Concreet pleit de zorgkoepel voor de omzetting van 25 procent van de assistentiewoningen naar Zorg+-erkenningen. Dat gaat om 9.099 extra plaatsen. De Vlaamse overheid kan het idee volgens de zorgkoepel "mogelijk maken door een aantal relatief eenvoudige aanpassingen aan de regelgeving".