Onze kinderen zijn steeds meer bijziend, dat wil zeggen dat ze moeite hebben om dingen in de verte scherp te zien. Dat blijkt uit een rondvraag van VRT NWS bij verschillende kinderoogartsen. Te veel binnen zitten en te lang onafgebroken naar kleine schermpjes turen is volgens oogarts Marnix Claeys de oorzaak.
Meer buiten ravotten, op voorschrift van de oogarts, is dus de boodschap. Oogarts Marnix Claeys (SOOS, syndicaat oftalmologen) bevestigt het probleem. "Er is een drastische toename, of eerder een verschuiving van de problematiek. Vroeger waren kinderen meer verziend, nu is er een verschuiving naar bijziendheid."
Ook Dr. Patricia Delbeke, voorzitter van de Belgische Vereniging van kinderoogartsen PedLowNoc en kinderoogarts in AZ Sint-Jan Brugge ziet een toename van het aantal myope kinderen.
Tegen 2025 zou bijna 1 op de 3 kinderen bijziend zijn volgens een studie bij de Belgische oogartsen van Hoya en Hopplynus Ophtalm. Deze week loopt de ‘Week van het Zien’ (van 9 tot 16 oktober).
De stijgende trend in myopie is reden tot bezorgdheid, zelfs bij lagere bijziendheid. Positief is dat oogartsen in ons land zich bewust zijn van de problematiek. 17,5% van de Belgische oogartsen geeft in het onderzoek aan gespecialiseerd te zijn in myopie bij kinderen. Ruim 1 op de 3 oogartsen voorziet zelfs specifieke uren waarop kinderen op consultatie kunnen komen.
Covid
Volgens de oogartsen kwam er ook een nieuwe stijging in het aantal patiënten sinds de eerste lockdown op 18 maart 2020 door de Covid-pandemie. De oogartsen uit de studie zien in hun praktijk steeds meer jonge patiënten met myopie en ze schatten dat hun aantal in de toekomst nog verder zal stijgen.
Positief is dat er vandaag verschillende efficiënte behandelmethoden voor myopiemanagement bestaan waarmee oogartsen de golf van bijziendheid kunnen vertragen. In de praktijk zal een kind met potentiële bijziendheid op consultatie gaan bij een oogarts, die de risicofactoren voor de progressie van myopie zal evalueren en de gepaste behandelmethode zal voorschrijven en opvolgen.
De studie van Hoya en Hopplynus Ophtalm toont aan dat oogartsen voor de diagnose van progressieve myopie vooral rekening houden met de leeftijd van de patiënt, de familiegeschiedenis en de visuele omgeving. Het belang van het meten van de axiale lengte voor een diagnose wordt momenteel nog niet ten volle erkend. Slechts 9% van de oogartsen geeft aan de axiale lengte te meten. Volgens Ignace Fransman, opticien-optometrist bij Van Hopplynus Ophtalm, is de axiale lengte nochtans van cruciaal belang voor myopiemanagement.