Bij de afronding van zijn 40-jarige carrière als CM-vertegenwoordiger in de Medicomut, stelt Rob van den Oever vast dat de ziekenfondsen moeilijke tijden tegemoet gaan, maar ook de artsen. "Het beleid wordt meer en meer centraal gestuurd door de technische cel van de minister."
Sommigen noemen hem tongue-in-cheek een 'vertrouwd meubelstuk van de medicomut', anderen meer direct 'een man met veel verdiensten': begin deze week zette de medicomut dr. Rob van den Oever (CM) in de bloemetjes want nu hij de pensioenleeftijd heeft bereikt, zal hij er niet meer te zien zijn. Wel bljift hij actief in de Technisch-Geneeskundige Raad.
Als het over de nomenclatuur ging, had dokter van den Oever daar altijd wel zijn zeg over. Daarover is iedereen het eens. Anderzijds weet iedereen dat die nomenclatuur vandaag ongelofelijk ingewikkeld is geworden.
Rob van den Oever werd door Jo De Cock vergast op een afscheidsdronk. "Aan alles komt een eind", beseft hijzelf, inmiddels 70 en al een tijdje de pensioenleeftijd voorbij. Maar men had hem destijds al gevraagd om nog wat verlengingen te spelen. Zelf stond hij er steeds op om voeling met het veld te houden door actief te blijven in de ziekenhuizen (Kortrijk, Maria Middelares Gent, Turnhout, Genk). Hij blijft zeker nog aan de slag in de Technisch Geneeskundige Raad. Vooral de werkgroep wervelzuilchirurgie draagt zijn belangstelling weg.
Globale forfaits knippen band door tussen artsen en ziekenhuizen
Terugblikkend op zijn 40-jarige loopbaan is hij vooral tevreden met de uitbouw van de nomenclatuur. Hij oppert wat reserves tegenover het experiment laagvariabele zorg in de nomenclatuur. "Technisch is dit perfect mogelijk, maar wat men eigenlijk had moeten doen: op dit ogenblik wordt de prestatie correct vergoed voor bevallingen, prostaat, heupoperaties. Men had hier een activity based costing analyse moeten uitvoeren. Dan was alles veel makkelijker gegaan. Nu krijg je reacties van sommige disciplines die vinden dat we naar een onevenredige financiering gaan. De hete aardappel wordt naar de ziekenhuizen afzonderlijk doorgespeeld."
De dualie financiering tot nu toe had volgens hem het voordeel dat artsen zich sterk betrokken voelen bij het ziekenhuis, wat minder het geval is bij een Nederlands of Zweeds model met gesalarieerde artsen. "Dan redeneert men: 'Of mijn ziekenhuis nu afbrandt of niet, dat interesseert me niet. Ik doe gewoon mijn job. En dan zeggen dat in Nederland de Landelijke Specialistenvereniging juist naar ons kijkt omdat ze niet tevreden zijn met hun systeem. Ze zijn helemaal niet tevreden met hun diagnosebehandelcombinaties. Voor een stuk steunt onze kwaliteit op competitie."
Alex Peltier en Bernard Landtmeters zullen elk een stuk van de opdracht van Rob van den Oever overnemen, maar een deel moet nog worden toegewezen.
Gestandaardiseerde laagvariabele zorg wordt erdoor gedramd
Over de positie van de ziekenfondsen zegt hij dat die moeilijke tijden tegemoet gaan: "Je voelt dat het beleid veel meer centraal wordt gevoerd door het Riziv, de FOD Volksgezondheid, het KCE en het WIV die de technische cel vormen van de minister. In 1963 werd het gezondheidsbeleid overgelaten aan artsen en ziekenfondsen, maar nu wordt dat centraal teruggenomen. Dat is een tendens van het laatste decennium en het raakt in een stroomversnelling. Zo wordt het project van de gestandaardiseerde laagvariabele zorg niet meer gevraagd of voorgesteld, het wordt erdoor gedramd. Er is steeds minder overleg. We hadden in 2015 al voorgesteld om het forfait te laten uitwerken door de TGR en dat te laten bekrachtigen door de medicomut. Quod non."
Men dacht bij de globale forfaits niet aan het urgentieforfait of de assistentiehonoraria
"Maar wat doe je nu met een urgentieforfait? Iemand die op zaterdagavond een patiënt moet opereren? Momenteel heeft hij een urgentietoeslag. Maar voor de hervorming is daar niet aan gedacht, het zit in het forfait. Wat doe je met assistentiehonoraria? Het bedrag daarvoor wordt globaal verdeeld, zelfs al moet je twee of drie assistenten tegelijk opleiden. Op al die dingen is geen antwoord gegeven."
"De Block kan de laagvariabele zorg realiseren als ze een intelligent antwoord geeft op al die vragen. Ook wat de netwerken betreft: die zullen niet slagen als ze geen eigen overkoepelend budget krijgen."