Eén op de zeven baby's ziet geen pediater of huisarts, melden de Onafhankelijke Ziekenfondsen (MLOZ) op basis van gegevens van meer dan 500.000 leden jonger dan 18.
Morgen organiseren de MLOZ in hun reeks symposia waarin ze gezondheidswerkers aan het woord laten, hun congres dat dit keer in het teken staat van de huisarts. Dat gebeurt onder meer met de steun van MediSfeer. Dit kan alvast dienen als stevige voorzet: één op de zeven baby's in ons land ziet geen pediater of huisarts. Bij baby's uit gezinnen met verhoogde tegemoetkoming (RVV), die een laag inkomen hebben, of eenoudergezinnen gaat het zelfs om één op de vijf. De MLOZ vragen alle actoren om nog meer specifieke maatregelen rond preventie en gezondheidsvaardigheden uit te werken voor kwetsbare groepen.
Kwetsbaarheidsindicator
In België heeft één op de vijf kinderen en jongeren tot 18 jaar recht op de verhoogde tegemoetkoming, in Brussel gaat het zelfs om vier op de tien. Dat recht op de verhoogde tegemoetkoming is een duidelijke indicator voor kwetsbaarheid, blijkt uit analyses van het ziekenfonds op basis van de gegevens van meer dan 500.000 leden jonger dan 18 jaar.
De ongelijkheden op vlak van medische zorg beginnen al bij de zwangerschap. Bij vrouwen met RVV is er sprake van potentieel gevaarlijke medicatie bij 8,8 procent van de zwangerschappen, tegenover 6,6 procent bij vrouwen zonder RVV. Met verhoogde risico's voor de foetus tot gevolg, aldus de mutualiteit.
Sneller naar de spoed
De gezondheidsongelijkheid zet zich na de geboorte voort. Eén op de zeven baby's ziet geen pediater of huisarts, bij baby's uit gezinnen met RVV of eenoudergezinnen is dat één op de vijf. Waarom hebben zo weinig baby's uit kwetsbare gezinnen een referentiearts? Eén van de verklaringen is dat de ouders sneller naar de spoeddienst van het ziekenhuis trekken: vier op de tien baby's met RVV belanden op de spoeddienst, tegenover drie op de tien zonder RVV. Bij kinderen en jongeren tot 18 jaar gaat het om drie op de tien met RVV, tegenover twee op de tien zonder RVV.
In gezinnen met RVV gaat slechts 44 procent van de kinderen elk jaar naar de tandarts, dat terwijl tandzorg volledig wordt terugbetaald tot 18 jaar, uitgezonderd orthodontie. Voor de leeftijd van zes jaar is het risico dubbel zo groot dat ze behandeld worden voor een gaatje: 24 procent tegenover 12 procent zonder RVV. Deze kansarme kinderen belanden ook vaker en langer in het ziekenhuis.
"Elk kind moet van bij de start dezelfde kansen krijgen." Daarom vragen de Onafhankelijke Ziekenfondsen meer specifieke maatregelen en extra aandacht voor kwetsbare groepen in de samenleving. "Zo zijn preventie en gezondheidspromotie nog te weinig op hen gericht. Ook rond gezondheidsvaardigheden zijn nog meer doelgerichte initiatieven nodig voor kinderen en jongeren, eenoudergezinnen, zwangere vrouwen...".