De elektronische neus staat op het punt om door te breken in de ziekenhuiswereld. Specialisten moeten er wel aan wennen om te werken met adempatronen die wijzen op ziektebeelden.
Elk gas dat vrijkomt bij een patiënt, geeft een iets andere respons. Op die succesformule zijn elektronische neuzen gebaseerd. Overigens is het principe al langer bekend bij dieren die over een scherp reukorgaan beschikken. Zo kunnen speciaal getrainde speurhonden een aantal kankertypes herkennen.
Wie een toestelletje ontwikkelt dat die patroonherkenning perfectioneert, boort een zeer lucratieve markt aan. Nu al kan de eNose darmkanker, astma, COPD en longkanker tamelijk precies detecteren. Baanbrekend onderzoek daarover werd onder meer verricht in Amsterdam.
Je kunt vrijgekomen gassen in de ontlasting elektronisch laten analyseren, maar minder omslachtig is ruiken aan uitgeademde lucht. "Een aankomende tumor kan onze elektronische neus ruiken, het necrotische weefsel niet", aldus Nederlander Wim Pollet van the eNose Company, die momenteel voor cruciale jaren staat. De wedren om als eerste succes te boeken is immers bikkelhard, maar Pollet dicht zichzelf heel wat kansen toe. "Ons principe: we creëren als het ware een 'MRI' van de adem. We hanteren een eenvoudige, gestandaardiseerde screeningsmethode. Dat is onze grootste troef". Makkelijk is verder dat deze eNose draagbaar is. Maar ook het feit dat zijn eNose-meting niet afhangt van luchtvochtigheid, noemt Pollet interessant. Op die manier wordt hij bruikbaar in Afrika of landen met een hoge luchtvochtigheidsgraad. Sinds begin dit jaar wordt de e-Nose geëvalueerd in de diagnose van tubercolose in Venezuela (dat een hoge tbc-prevalentie kent).
Wordt het mogelijk om pancreaskanker te ruiken in een vroeg stadium? Dat zou een enorme sprong voorwaarts zijn, want vaak is het nu te laat om in te grijpen bij dit soort kanker.
Broodroof?
Vraag is of Belgische artsen wel warm lopen voor een digitaal apparaatje dat een deel van hun prestaties kan inpikken. Maar voor Wim Pollet is er geen weg terug. En de neus hoeft ook niet concurrentieel te zijn met specialisten, het gaat eerder om een uitstekend hulpmiddel bij de diagnosestelling. "Minder niet-zieken zullen door de inzet van de eNose geopereerd worden. Op het moment dat artsen dat in de gaten krijgen en merken dat het niet om broodroof gaat, draaien ze bij, is mijn ervaring in Nederland. Op termijn kan de e-Nose zelfs meer patiënten opleveren wegens een betere screening en de daaruit volgende prestaties zoals een precieze localisatie van de tumor." Het ziekenhuis van Deventer sprong alvast op de e-Noseboot op voorwaarde dat concurrerende ziekenhuizen de eerste twee jaar niet met de technologie mochten werken. Minister De Block, voorstander van de digitale revolutie in de gezondheidszorg gekoppeld aan een preciezere preventie, kan evenmin tegen zijn. Al is voor de introductie van deze technologie (en de terugbetaling) net zoals voor alle andere diagnostische hulpmiddelen een evaluatie van het Riziv nodig.
Immuunsysteem in het geding
Het verrassende aan deze technologie is dat ze bij hoofd-halstumoren kleine tumoren (T1) uitstekend opspoort, de grote tumoren dan weer niet (T4). Pollet: "Dat heeft ons aan het denken gezet. Aanvankelijk dachten we dat we afvalstoffen aan het meten waren die tumorcellen produceerden. Nu vermoeden we dat we een reactie meten in het immuunsysteem, dat reageert op een aankomende tumor."
Pollet ziet zich met zijn onderzoek voorlopig hoofdzakelijk betaald door Nederlandse stichingen, privé-investeerders moeten nu over de brug komen. Hij hoopt in 2016 break even te draaien en vanaf 2017 de leningen voor het kapitaalintensieve onderzoek te kunnen terugbetalen, om dan in 2018 over te gaan tot het uitkeren van de eerste dividenden. Hij mikt op termijn ook op subsidies van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie, maar dan moet hij eerst over een Vlaamse vestiging beschikken. Bedoeling is dat de kostprijs voor deze neuzen tussen 600 en 700 euro zal liggen voor ziekenhuizen. Patiënten kunnen volstaan met een mondstukje met bacteriefilter tegen de prijs van circa 1 euro. De neus is ISO-gecertificeerd. Data zullen worden gestockeerd op I-phone of gsm en dan zijn de mogelijkheden enorm.
Pascal Selleslagh
Eerste e-Nose spoorde wiet op
In 2005 werden de eerste elektronische neuzen ontwikkeld om mensen die verdacht waren van het verbranden van cannabis, thuis op te sporen. De eNose werd toen door de brievenbus gegooid om een luchtstaal te nemen uit de woonkamer en op basis daarvan te beslissen wie gevolgd moest worden en wie niet. Wietgebruikers werden dus letterlijk een neus gezet.
P.S.