Tijdens de laatste budgetcontrole maakte Michel I 18,4 miljoen extra vrij voor de dubbele cohorte. Waar komt dat budget vandaan, hoe ver staat het Groenboek? Minister Maggie De Block maakte voor De Specialist een stand van zaken op.
De Specialist : Uit welk budget put u voor die 18,4 miljoen ?
Maggie De Block: “Er wordt 18,4 miljoen nieuw budget geïnjecteerd om het nieuwe persoonsvolgend financieringsmodel op te starten, deze bijkomende investering is nodig wegens de dubbele cohorte. Daarnaast worden ook middelen uit de B7A (18,2 miljoen) en B7B (5,9 miljoen) evenals 10 miljoen van de medicomut aangewend.”
De Specialist: Welk financieringsmodel geniet uw voorkeur ? Evolueren we naar meer gelijkheid tussen universitaire en algemene ziekenhuizen?
MDB: “De financiering voor elke ASO zal gelijk zijn, de modaliteiten voor deze financiering moeten nog worden bepaald in de komende maanden.”
De Specialist: Zal de nieuwe ‘persoonsgebonden’ financieringswijze alleen voor de dubbele cohorte of ook nadien nog gebruikt worden?
MDB: “Ze zal van toepassing zijn op alle ASO’s, niet alleen op die in de dubbele cohorte.”
“In feite gaat het om twee zaken. Ten eerste maakte ik een extrabudget vrij van ruim 18 miljoen voor de dubbele cohorte. Ten tweede introduceer ik tegelijk een nieuw financieringsmodel dat op een duurzame manier wordt ingevoerd, niet alleen voor de dubbele cohorte. Het gaat om een persoonsgebonden financiering (het rugzakje, red.) die zo wordt ingepast dat de stagekwaliteit verzekerd blijft.”
“Bedoeling van dit financieringsmodel is om tot een transparanter financieringsmodel te komen voor de stages en meer gelijkheid te scheppen tussen de diverse stageplaatsen. We evolueren dus naar meer gelijkheid tussen universitaire en algemene ziekenhuizen.”
“Tot slot zal de financiering ook worden gekoppeld aan kwaliteitsvoorwaarden waaraan de stagediensten en de stagemeesters zullen moeten voldoen.”
De Specialist : De universitaire ziekenhuizen dringen er al maanden op aan dat men niet raakt aan hun budget B7A. Wat met die vraag?
MDB: “Het deelbudget voor de stages en de stagemeesters in de B7 zal inderdaad uit het budget financiële middelen van de universitaire ziekenhuizen verdwijnen. Het wordt toegevoegd aan een pool van middelen. Krachtens een op te stellen KB op basis van artikel 55 van de GVU wet zal deze pool ter beschikking gesteld worden voor een partiële financiering van het pedagogisch luik van de stage van de ASO
De Specialist: Het Groenboek voorzag ook de oprichting van een deels onafhankelijke financieringsbasis zodat de assistent zich net zoals bij de huisartsgeneeskunde kan losrukken van de afhankelijkheid van de stagemeester. Hoe staat het daarmee?
MDB: “Er zal geen onafhankelijke instelling opgericht worden voor de toewijzing van de middelen.
Riziv en FOD zullen samenwerken in een interadministratieve structuur. In deze structuur zullen ook instrumenten ontwikkeld worden voor de kwaliteitstoetsing van de stagediensten en de stagemeesters.”
De Specialist: Is het bedrag voor de voucher vastgelegd of evolueren we naar een moduleerbare voucher?
MDB: “Dat wordt nog verder bepaald in functie van de budgetverdeling.”
De Specialist: Het Groenboek stipuleerde dat het op korte termlijn mogelijk zou zijn om de waarde van de voucher aan te passen in functie van het specialisme, de stageplaats en de stagewijze. Is dat al uitgewerkt?
MDB: “De liquidatiemechanismen van de financiering worden nog verder ontwikkeld. De variabele financiering van stages in functie van het specialisme, de stageplaats,… worden later ontwikkeld. Nu wordt het basissysteem vastgelegd.”
De Specialist: Bent u nog steeds voor een differentiatie van vouchers volgens het specialisme om zo specialismen waar een tekort bestaat, aan te moedigen?
MDB: “Dit is voorlopig niet aan de orde; dat hangt overigens ook samen met de subquota en is dus een overlegthema met de gemeenschappen.”
De Specialist: U sprak in het Groenboek over de mogelijkheid om de stage te onderbreken. Dat is positief ter bescherming van de assistent die geen stageplaats vindt, maar het kan ook bij inadequaat gebruik een wapen zijn dat de stage op een onbetamelijke manier verlengt. Denkt u hier aan specifieke alarmdrempels?
MDB: “Onderbrekingen van de stage en deeltijdse stage moeten geregeld worden in een overeenkomst met de stagemeester en maken mee deel uit van het stageplan.”
De Speciallst: Wacht u nog op een advies van de Hoge Raad van de Artsen? Welke wetgevende etappes liggen nog in het verschiet voor dit dossier van de dubbele cohorte?
MDB: “De Hoge Raad van Artsen brengt nog een advies uit over de kwaliteitssystemen voor evaluatie van stagediensten. Verder liggen alle elementen van het dossier op tafel om nadere wetgeving te ontwikkelen op basis van artikel 55 van de GVU wet.”
Lees ook :
> Dubbele cohorte: Groenboek als oplossing
> Bvas heeft samen met VGSO en Vaso vragen bij Groenboek