Twee derde van de leden (66,4%) van Bvas zijn gewonnen voor het idee van een’ fit note’ waarmee artsen kunnen aangeven welke taken langdurig zieke patiënten wel nog aankunnen. Over het ziektebriefje van korte duur zijn de meningen verdeeld: een meerderheid van onze Franstalige artsen wil het ziektebriefje behouden, terwijl een meerderheid van onze Vlaamse artsen het wil afschaffen, luidt het.
Zowel de afschaffing van het ziektebriefje van korte duur als de ‘fit note’ voor langdurig zieken staan hoog op de politieke agenda. Om een genuanceerd standpunt in te nemen besloot Bvas om de eigen leden (huisartsen en artsen-specialisten) te bevragen via een online-enquête. "Hoewel de enquête minder dan twee dagen liep, was de respons zo groot dat de resultaten representatief zijn voor onze achterban", heet het.
Grote verrassing in de enquête is de steun voor de zogenaamde ‘fit note’ waarmee een arts kan aangeven wat zijn langdurig zieke patiënten wel nog aankunnen. Aangezien het voorstel nog relatief nieuw is, mag het niet verwonderen dat bijna een kwart (23,3%) van de Bvas-leden zich nog geen mening heeft gevormd. "Maken we abstractie van de optie ‘geen mening’, dan spreekt 66,4% zich uit voor de invoering van de fit note. Een derde van de leden (33,6%) wijst de fit note af", legt voorzitter Luc Herry uit.
"Splitsen we deze resultaten uit per taalrol, dan blijkt dat 60,9% van de Franstaligen gewonnen is voor deze aanpak voor langdurig zieken en 39,1% niet. Van de Vlamingen is 71,7% voorstander en 28,3% tegenstander. De resultaten tonen aan dat de Bvas-leden rationele artsen zijn met een grote zin voor maatschappelijke verantwoordelijkheid."
Ziekteattest afschaffen: meningen verdeeld
Dat niet alle artsen vragende partij zijn om het ziekteattest van korte duur in de vuilnisbak te kieperen, was al duidelijk. Als we abstractie maken van de 11,1% leden die ‘geen mening’ heeft, dan is 40,1% voor de afschaffing en 59,9% tegen. Achter die Belgische cijfers gaat een kloof tussen Vlaanderen en Wallonië schuil. Boven de taalgrens is 54% pro afschaffing en 46% contra. Onder de taalgrens is het beeld anders: 75,7% is contra en 24,3% pro.
De redenen waarom leden van Bvas het ziektebriefje van korte duur in de prullenmand willen, lopen wel min of meer gelijk in beide taalgroepen. In volgorde van belangrijkheid zijn dat: ‘meer tijd voor medische akten door vermindering van administratieve taken’, ‘minder druk op de arts-patiëntrelatie’, ‘minder onnodige medicalisering’ en ‘minder misbruik van attesten’. Over de vraag voor hoeveel dagen het ziektebriefje afgeschaft mag worden bij de artsen die akkoord gaan met de afschaffing, lopen de meningen uiteen. Er zijn ongeveer evenveel voorstanders van 1 dag als van 2 of 3 dagen. Een heel kleine minderheid vindt dat het ook voor 4 tot 7 dagen kan.
Op de vraag naar het waarom bij de artsen die gekant zijn tegen de afschaffing van het ziektebriefje geven de respondenten in de enquête als voornaamste reden aan dat ze vrezen voor een ‘verhoging van de maatschappelijke kost door misbruik’. Andere redenen waarom het ziektebriefje behouden moet blijven: ‘onjuiste zelfdiagnose van de patiënt en te late diagnose door de arts met zwaardere medische gevolgen’ en ‘een hoger risico op (foute) zelfmedicatie’.
Mocht het ziektebriefje van korte duur afgeschaft worden, dan verwacht drie kwart van de leden geen daling van hun inkomsten.